print sitemap zoeken disclaimer contact

Bitcoin of crypto in aangifte inkomstenbelasting en inkeerregeling

Wij worden wekelijks benaderd door belastingplichtigen die hun crypto niet hebben opgenomen in de aangifte inkomstenbelasting. Veelal wordt dit vergeten en/of zijn de bedragen beperkt. Ook zijn er belastingplichtigen die bewust de crypto niet opnemen in hun aangifte inkomstenbelasting. Vanaf 2026 zal de belastingdienst automatisch worden geïnformeerd over Europees crypto of bitcoin bezit (DAC 8 wetgeving). Onderzoek leert dat weinig mensen (minder dan 5%) hun crypto bezittingen opgeven. Vanaf 2026 staat deze verzwegen informatie waarschijnlijk in uw vooraf ingevulde aangifte over 2026 (VIA), daarna zal de belastingdienst u via brieven gaan benaderen en in veel gevallen boetes gaan opleggen. Wat kunt u het beste doen op dit moment?

De informatie moet vanaf 2026 worden verstrekt en zal dus voor het eerst eind 2026 (begin 2027) bij de belastingdienst bekend zijn. De verwachting is dat honderdduizenden Nederlanders opeens dit vermogen zullen aantreffen in hun vooraf ingevulde aangifte.

Nieuwe DAC8 wetgeving voor crypto in Nederland

Het Ministerie van Financiën heeft een wetsvoorstel ingediend om de Europese DAC8-richtlijn in de Nederlandse wet te implementeren, waarmee aanbieders van cryptodiensten vanaf 1 januari 2026 verplicht worden om gebruikersgegevens te verzamelen, controleren en delen met de Belastingdienst. Dit moet belastingontwijking en -ontduiking tegengaan. De gegevens worden jaarlijks gedeeld met andere EU-lidstaten en, door implementatie van het CARF, ook met niet-EU-landen die hieraan meedoen. Voor cryptobezitters verandert er niets; zij moeten al aangifte doen. De consultatie loopt tot 21 november, met indiening van het voorstel in het tweede kwartaal van 2025. Relevante documenten :

Beste landen voor crypto beleggers

De beste landen voor crypto beleggers zijn Portugal (inkomsten vrijgesteld, tenzij verkoop binnen 1 jaar dan 28% heffing (sinds 2023)), Singapore (geen belasting), Malta (geen vermogensbelasting, maximale inkomstenbelasting 35%) en Zwitserland (max 10% vermogensbelasting, geen inkomstenbelasting)

Gegevensuitwisseling tussen landen

De uitwisseling van financiële gegevens vindt plaats op grond van de Common Reporting Standard (CRS). De CRS is ontwikkeld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en is door de Europese Commissie overgenomen in een EU-richtlijn. Op grond van deze richtlijn zijn alle EU-lidstaten verplicht uitvoering te geven aan de CRS.

Welke landen verstrekken gegevens aan Nederland ?

Buiten alle lidstaten van de EU doen ook veel andere landen mee. De landen die meedoen nemen elk jaar weer toe, de lijst per oktober 2023 treft u hier aan. Enkele landen zijn:

  • Argentinie
  • Bermuda
  • British Virgin Islands en Cayman Islands
  • Canada
  • China
  • Curcacao en Sint Maarten
  • Costa Rica
  • Jordanië
  • Montenegro
  • Nieuw Zeeland
  • Rusland
  • Thailand
  • Oeganda
  • Singapore
  • Turkije
  • Hong Jong
  • Verenigde Arabische Emiraten
  • Zwitserland

Meestal duurt het een paar jaar voordat een land ook daadwerkelijk informatie kan en gaat uitwisselen met Nederland. De komende tijd zullen Ghana, Koeweit, Nigeria, Oman en Peru informatie gaan uitwisselen met Nederland. Vanaf 2024 komen hier Albanië, Ecuador, Jamaica, Maldiven, Jordanië, Montenegro en Thailand bij. In 2025 wordt ook informatie uit Georgië, Kenia, Tunesië, Oekraïne, Armenië, Marokko en Oeganda verstrekt.

Welke informatie wordt door landen uitgewisseld aan belastingdienst?

Als een financiële instelling heeft vastgesteld dat een klant ook een fiscale woon- of vestigingsplaats in een ander land heeft, dan worden de volgende gegevens uitgewisseld:

  • Naam, adres en fiscale ID nummer
  • Geboortedatum en plaats
  • Fiscaal woonland of vestigingsland
  • Rekening nummer en/of polisnummer (bij verzekeringen)
  • Saldo van de rekening (of waarde polis)
  • Rente en/of dividend inkomsten

Wie moeten uw crypto of bitcoin melden bij de belastingdienst?

Door de nieuwe Europese wetgeving moeten aanbieders en platformen van crypto diensten (in Europa) vanaf 2026 automatisch (en elk jaar) digitaal informatie verstrekken aan de belastingdiensten in Europa. Voor Nederland is dit vastgelegd in de wet op de internationale bijstandverlening bij belastingen. In Europa is deze wet al aangenomen. De regeling geldt voor crypto (zoals bitcoin) en NFT's. Uw platform zal dan aan de Nederlandse belastingdienst uw naam, fiscaal nummer, adres, uw crypto vermogen, het type crypto, de waarde en eventuele mutaties doorgeven. De informatie kan gevolgen hebben voor de inkomstenbelasting (box 1 en box 3), de schenkbelasting maar ook voor een mogelijk onderzoek naar de herkomst van dit vermogen (verzwegen inkomen of vermogen).

Boeten bij vergeten crypto in aangifte inkomstenbelasting op te nemen

De Belastingdienst zal overgaan tot boete oplegging (en eventueel strafrecht). Daarbij zal al snel het standpunt worden ingenomen dat u met opzet hebt gehandeld. Normaliter bedraagt de maximale boete hier 100% van het bedrag van de aanslag. Voor box 3 vermogen geldt echter een verhoogde boete, namelijk van 300%. Bij beleid is aangegeven dat de Belastingdienst de boete in beginsel, dus behoudens uitzonderingen, op 150% zal stellen. Nog altijd een boel geld. In de praktijk ontstaat vaak discussie over de kwalificatie als opzet. Het voeren van deze discussie kunt u het best doen met bijstand van een deskundige. Een boete kan bij een vrijwillige verbetering worden beperkt (zie hierna)

Vernietiging boete door vermogen op naam van partner

De Belastingdienst heeft aanslagen en navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, evenals vergrijpboeten, opgelegd aan een belastingplichtige vanwege het niet aangeven van een Zwitsers vermogen in de aangiften van 2015 en 2016. Rechtbank Noord-Holland d.d. 15 juli 2024 (ECLI:NL:RBNHO:2024:8775) acht de schatting van het belastbare inkomen redelijk en handhaaft - in eerste instantie - de vergrijpboeten van 225% bij de oorspronkelijke aanslagen. De boeten bij de navorderingsaanslagen worden echter vernietigd, omdat deze uitsluitend voortvloeien uit de keuze om het vermogen volledig aan de belastingplichtige toe te rekenen. De rechtbank concludeert dat de belastingplichtige de vereiste aangiften niet heeft gedaan en dat de bewijslast is omgekeerd. De schatting door de inspecteur, gebaseerd op renseignementen en contante opnames, wordt als redelijk beschouwd. Voor belastingplichtigen is het volgende van belang:

  1. Geef buitenlands vermogen altijd op – Niet aangeven kan leiden tot forse vergrijpboeten en omkering van de bewijslast.
  2. Wees alert op onderzoeken door de Belastingdienst – Zodra er correspondentie is over een buitenlands vermogen, is het cruciaal om te handelen.
  3. Navorderingsboeten zijn niet altijd terecht – In specifieke gevallen, zoals louter een interne herverdeling van vermogen, kunnen deze boeten worden vernietigd. In dit geval worden de vergrijpboeten vernietigd omdat de reden voor de navorderingen enkel is gelegen in de keuze van eiser en zijn echtgenote om het vermogen in box 3 geheel aan belastingplichtige toe te rekenen, de rechtbank ziet niet in dat belastingplichtige daarbij opzet te verwijten valt.

In beginsel legt de Belastingdienst op de voet van paragraaf 26 BBBB in geval van (voorwaardelijk opzet) een vergrijpboete op van 150%. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat in dit geval sprake is van strafverzwarende omstandigheden op grond waarvan een boete van 225% gerechtvaardigd is (paragraaf 8 BBBB). Als strafverzwarende omstandigheden heeft verweerder in aanmerking genomen dat eiser het vermogen bewust heeft ondergebracht op buitenlandse bankrekeningen in een land met een bankgeheim om de gelden en de daaruit voortvloeiende contanten buiten het zicht van de fiscus te houden, dat eiser geen gebruik heeft gemaakt van (de vele) inkeerregelingen en dat hij niet volledig heeft meegewerkt aan het onderzoek en ook geen melding heeft gemaakt van de rekening. De rechtbank acht de opgelegde vergrijpboeten van 225% gelet op de door de inspecteur genoemde (en niet betwiste) omstandigheden in onderlinge samenhang bezien in beginsel passend en geboden. Matiging in verband met algemene beginselen of de financiele situatie (geen onderbouwing) bij belastingplichtige komen verder even aan de orde maar de rechtbank gaat hieraan voorbij. De vergrijpboeten op de reguliere aanslagen inkomstenbelasting blijven in stand.

De vergrijpboeten op de navorderingsaanslagen worden echter vernietigd wegens het ontbreken van opzet. Opzet is het willens en wetens handelen of nalaten. De ondergrens van opzet wordt gevormd door voorwaardelijke opzet. Van voorwaardelijke opzet is sprake als iemand bewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat het beboetbare feit zich zal voordoen. De stelplicht en – bij betwisting – de bewijslast dienaangaande ligt bij verweerder. De aanwezigheid van (voorwaardelijke) opzet kan alleen worden aangenomen als de daarvoor vereiste feiten en omstandigheden door de inspecteur overtuigend worden aangetoond (zie Hoge Raad 8 april 2022, ECLI:NL:HR:2022:526). Volgens de rechtbank is hiervan geen sprake.

Vrijwilliger inkeren of is de belastingdienst je op het spoor?

De Belastingdienst krijgt steeds meer (automatisch) informatie uit het buitenland. Gevolg hiervan is dat steeds meer mensen onvrijwillig genoodzaakt zijn om verzwegen vermogen (zoals crypto en bankrekeningen) op te biechten bij de belastingdienst. In zowel de vrijwillige als de onvrijwillige optie is het risico van een strafzaak altijd aanwezig. Slim opereren is hierbij van belang, lees ondermeer het interne memo van de belastingdienst uit 2020.

U kunt in beginsel op elk moment vrijwillig kiezen om in te keren (dus melding bij de belastingdienst), maar als u inkeert als de Belastingdienst u (vermoedelijk) al op het spoor is, bent u te laat. In 2020 oordeelde de Hoge Raad (onder verwijzing naar arrest uit 2001) dat als de serieuze mogelijkheid bestaat dat een bankrekening niet zou worden ontdekt dit nog niet wil zeggen dat niet objectief gezien een vermoeden kan ontstaan dat de belastingdienst een belastingplichtige nog niet op het spoor is. Of de belastingplichtige dit (subjectief) vreesde maakt dus niks uit. In een lange procedure die eindigde bij het Gerechtshof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2023:2032) kwam aan de orde dat bij een gerechtvaardigd vermoeden dat de belastingdienst iemand op het spoor is een vrijwillige verbetering niet mogelijk is. Dit was een verwijzingszaak die eerder speelde bij de Hoge Raad op 24 maart 2023 (ECLI:NL:HR:2023:358) en al eerder is beoordeeld door het Gerechtshof Arnhem op 28 juli 2022 (ECLI:NL:GHAM:2022:2764)

Bewijslast bij vergeten crypto in aangifte op te nemen

De Belastingdienst kan u vragen gaan stellen over de cryptovaluta. U kunt dit bijna zien als een soort belastingcontrole in het klein. Reeds daarom is het verstandig hierbij advies in te winnen. De vragen van de Belastingdienst bent u, voor zover deze relevant zijn voor uw belastingheffing, verplicht te beantwoorden. Doet u dit niet, dan kan de Belastingdienst een zogenaamde informatiebeschikking afgeven, waarmee u in het vervolgtraject (bezwaar / beroep) vrijwel altijd geconfronteerd zult worden met omkering en verzwaring van de bewijslast. Al uw stellingen dient u dan overtuigend aan te kunnen tonen, in tegenstelling tot het meer gebruikelijke aannemelijk maken.

De Belastingdienst kan deze omkering en verzwaring van de bewijslast ook bereiken door het standpunt in te nemen dat u de vereiste aangifte niet heeft gedaan. De Hoge Raad heeft bepaald dat de Belastingdienst daarvoor drie elementen aannemelijk dient te maken:

  • De volgens de aangifte verschuldigde belasting is verhoudingsgewijs aanzienlijk lager dan de werkelijk verschuldigd belasting;
  • Het verschil is in absolute zin aanzienlijk;
  • De belastingplichtige was zich ten tijde van het doen van de aangifte ervan bewust dat een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven.

Gevolgen crypto bekendmaking voor aangifte inkomsten

De belastingdienst ziet begin 2027 welke crypto u heeft ondergebracht bij aanbieders en platformen in Europa. Deze crypto zal zichtbaar worden in box 3 en soms heffing tot gevolg hebben. De heffing is afhankelijk van uw overige bezittingen in box 3 en het heffingsvrije vermogen in 2026. De belastingdienst kan op grond hiervan een vragenbrief sturen en/of navorderingsaanslagen gaan opleggen over het verleden. Omdat het vaak vermogen zal betreffen dat is "opgekomen" in het buitenland zal de navorderingstermijn 12 jaar bedragen (lees artikel inzake inkeerregeling). De belastingdienst kan ook nadere vragen gaan stellen over de herkomst van het vermogen dat is geïnvesteerd en/of bekijken of er sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer (resultaat uit overige werkzaamheden / winst uit onderneming).

Nu melden crypto of wachten op bui die komen gaat

Het is - naar onze mening - niet verstandig om te wachten op 2027 en dan te bekijken wat de belastingdienst wel en niet komt te weten. Wij adviseren belastingplichtigen om nu te melden dat u crypto bezit en dus voordien dit op te nemen in uw aangifte inkomstenbelasting. Het voordeel hiervan is dat er hoogst waarschijnlijk geen vergrijpboete wordt opgelegd. De belastingdienst zal namelijk geen vergrijpboete opleggen als u (een  belastingplichtige) uiterlijk 2 jaar nadat hij/zij een onjuiste (onvolledige) aangifte heeft ingediend, alsnog een juiste en volledige aangifte inkomstenbelasting zou indienen, dan wel correcte (en volledige) informatie wordt verstrekt. Deze gunstige regeling geldt alleen als de belastingdienst u nog niet op het spoor is en/of u had kunnen of moeten weten (of vermoeden) dat de belastingdienst bekend is met het feit dat u een onjuiste of onvolledige aangifte heeft ingediend.

De belastingdienst zal bij het opleggen van een boete altijd kijken naar de omstandigheden van het geval. Bij een vrijwillige verbetering (u gaat zelf melden) staat u eenmaal beter "op de film" dan in de situatie dat de belastingdienst u op het spoor komt. Uit een intern memo van de belastingdienst wordt hierover nog eens een toelichting gegeven.

Lang verhaal kort, als u crypto in het bezit heeft neem dan contact op met één van onze specialisten en zorg ervoor dat de belastingdienst tijdig en volledig wordt geïnformeerd. Doe deze inkeermelding voor 2027 en het liefst een stuk eerder.

Deel deze pagina

Laatste update op 29-01-2025
Artikel gemaakt op 31-10-2023
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Bitcoin en crypto Bitcoin of crypto en inkeerregeling

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap