Schenkbelasting en bedrijfsopvolging
Mag de betaalde schenkbelasting worden opgeteld bij de verkrijgingsprijs van een aanmerkelijk belang pakket? Nee, zo stelt de Hoge Raad. Wij gaan in dit artikel in op deze uitspraak, maar ook op de bredere regeling van de overdracht van aandelen door middel van schenking. Wij helpen u graag een fiscaal zo gunstig als mogelijke bedrijfsopvolging te regelen.
De bedrijfsopvolgingsregeling kan de belastingheffing over de waarde van uw bedrijf beperken van 35% - 40% tot 4% - 8%. (afhankelijk van de waarde van uw bedrijf). Hoe werkt dit? Bel gerust eens voor een vrijblijvend gesprek met één van onze fiscaal juristen.
Bedrijfsopvolging in 2023 gunstiger
Opvolgers die een onderneming erven of geschonken krijgen zijn minder belasting kwijt over deze verkrijging. De vrijstelling is in 2023 verhoogd van € 1.134.403 (2022) tot € 1.205.871 (2023). Tot zo'n € 1,2 miljoen is de erfenis of schenking dus belastingvrij, boven de grens is 83% van de waarde vrijgesteld voor belastingheffing. De opvolger moet de onderneming wel 5 jaar voortzetten en moet het om een echt bedrijf (materiële onderneming) gaan. De BOR wordt in 2023 of 2024 aangepast (minder gunstig).
Nieuws bedrijfsopvolging 2023
Tijdens prinsjesdag 2022 is duidelijk geworden dat er nog geen nieuwe regeling is opgenomen in de belastingplannen voor 2023. Het kabinet komt dit najaar met een eigen visie op de toekomst voor deze regeling. Adviseur en (familie) bedrijven hebben dus nog even tijd !
De Bedrijfsopvolgingsregeling staat al jaren onder druk. Dit komt met name omdat uit verschillende rapporten (allen voor corona) volgt dat de regeling niet meer nodig is omdat familiebedrijven voldoende liquide zijn. De inkomstenbelasting bij een bedrijfsopvolging bedraagt 26,9% (cijfers 2023) en de erf of schenkbelasting 20% (over eerste € 100.000 slechts 10%). De totale belastingdruk is normaal dus ongeveer 40%.
Door de bedrijfsopvolgingsregeling is de effectieve druk veelal slecht 4%. De eerste € 1.100.000 (afgerond) vrijgesteld en over het meerder zelfs 83%. Dit wordt onder de nieuwe regeling een minder gunstig. Waarschijnlijk gaat de heffing van de genoemde 4% naar 25 - 30%. Wanneer de aangepaste regeling ingaat is onduidelijk, wij verwachten in 2024.
Vervreemdingsvoordeel en verkrijgingsprijs aanmerkelijk belang
In de inkomstenbelasting wordt in box 2 het voordeel uit aanmerkelijk belang belast. Dat voordeel kan bestaan uit reguliere voordelen, zoals dividend, maar ook uit vervreemdingsvoordelen. Van een vervreemdingsvoordeel is onder andere sprake bij het vervreemden van aandelen of winstbewijzen. De hoogte van een vervreemdingsvoordeel wordt bepaald door het verschil tussen de overdrachtsprijs en de verkrijgingsprijs. De verkrijgingsprijs is de tegenprestatie bij de verkrijging van de aandelen (bijvoorbeeld de koopprijs), vermeerderd met de ten laste van de verkrijger gekomen kosten. Recent heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in een zaak over de hoogte van de verkrijgingsprijs ingeval sprake is van een schenking. De vraag die centraal stond was, of de schenkbelasting tot de kosten die ten laste van de verkrijger komen, behoort.
Schenken en aanmerkelijkbelangaandelen
Om tot een goed begrip van de uitspraak van de Hoge Raad te komen, is het handig om eerst de zaak in kwestie kort samen te vatten. In 2014 heeft Henk (fictieve naam) alle aandelen in een b.v. De verkrijgingsprijs van dit aanmerkelijk belang, bedraagt € 586.350. In dat jaar schenkt de vader van Henk aan Henk alle aandelen in een andere b.v. De verkrijgingsprijs van vader voor dit aanmerkelijk belang bedraagt € 4.400. Nu bevat de wet een bepaling die kan gelden ingeval van een schenking. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, wordt de schenking van de aandelen niet als een vervreemding aangemerkt:
- De vennootschap drijft een onderneming naar het ondernemingsbegrip in de inkomstenbelasting of houdt een medegerechtigdheid als bedoeld in de inkomstenbelasting; en
- De aandelen/winstbewijzen behoren bij de vervreemder (in Henk zijn casus: zijn vader) niet tot een zogenaamd meegetrokken aanmerkelijk belang; en
- De verkrijger (Henk) is binnenlands belastingplichtig en de verkregen aandelen/winstbewijzen gaan geen deel uitmaken van een onderneming voor Henk zijn rekening gedreven onderneming of werkzaamheid; en
- De verkrijger (Henk) is voorafgaand aan de vervreemding ten minste 36 maanden in dienst bij de vennootschap waarop de aandelen/winstbewijzen zien.
- € 586.350: verkrijgingsprijs aandelen van de gefuseerde vennootschap;
- € 4.400: verkrijgingsprijs aandelen ‘gebleven’ vennootschap;
- € 361.907: betaalde schenkbelasting.
Een belangrijke aanvulling op bovenstaande is, dat de uitzondering bij schenking slechts ziet op het zogenaamde ondernemingsvermogen en niet op het beleggingsvermogen. In de praktijk kan het voorkomen dat een deel van de waarde van de aandelen/winstbewijzen wel onder de bepaling kan worden gebracht en een deel niet. Dit zijn complexe dossiers, waarbij deskundige bijstand een must is.
Indien de uitzondering bij schenking wordt toegepast, dan geldt voor het deel waarop de uitzondering van toepassing is, dat geen sprake is van een vervreemding. De verkrijgingsprijs voor de verkrijger (Henk) is dan in de meeste gevallen de verkrijgingsprijs van vader. Met betrekking tot de schenking heeft Henk wel afgerekend; hij voldoet € 361.907 aan schenkbelasting.
Wat doet Henk daarna met de geschonken aandelen?
Een jaar later besluit Henk de beide vennootschappen te fuseren. De vennootschap waarin hij aandelen had met een verkrijgingsprijs van € 586.350 gaat op in de vennootschap waarvan de verkrijgingsprijs € 4.400 bedraagt. De wet kent ook voor de juridische fusie een faciliteit, zodat de overdracht vrijgesteld is en de verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven.
Henk verzoekt de inspecteur vervolgens de verkrijgingsprijs van zijn resterende aandelenpakket vast te stellen. Henk meent dat zijn verkrijgingsprijs € 952.657 bedraagt. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:
De inspecteur is het hiermee oneens en weigert de schenkbelasting in aanmerking te nemen. Henk stapt naar de rechter, want hij meent dat de schenkbelasting een kostenpost is die ten laste van hem, de verkrijger, is gekomen.
Behoort de schenkbelasting tot de kosten bij de verkrijgingsprijs?
De Hoge Raad heeft op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in deze zaak. Hij merkt eerst op dat de verkrijgingsprijs bestaat uit de eerdere tegenprestatie, vermeerderd met ten laste van de verkrijger gekomen kosten. Dit geldt ook ingeval er gebruik wordt gemaakt van een regeling waarbij de eerdere verkrijgingsprijs wordt doorgeschoven, zoals de regeling waar Henk gebruik van heeft gemaakt. Dit volgt niet direct uit de wet, doch een redelijke toepassing van de wet vereist dit.
Kosten die ten laste zijn gekomen van de verkrijger, behoren tot de verkrijgingsprijs. Het moet dan wel gaan om kosten die onmiddellijk verband houden met de verkrijging van de aandelen/winstbewijzen in de vennootschap. De Hoge Raad oordeelt dat de schenkbelasting niet zo’n kostenpost is. De verschuldigdheid van de schenkbelasting is namelijk het gevolg van een bevoordeling uit vrijgevigheid. Die bevoordeling uit vrijgevigheid staat los van de wijze waarop die bevoordeling vorm krijgt. Die vorm is – in het geval van Henk – de overdracht van aandelen. De kostenpost staat daarom niet in een onmiddellijk verband met de verkrijging van de aandelen.
Ook meent de Hoge Raad dat het aanmerken van de schenkbelasting als kostenpost, niet past binnen de verzakelijking van de verkrijgingsprijs die plaatsvindt in gevallen waarin een tegenprestatie ontbreekt, zoals bij een schenking. In die situatie wordt immers de schenking weggedacht en aangesloten bij de waarde in het economisch verkeer. Binnen die wegdenkgedachte past het niet om een betaald bedrag aan schenkbelasting tot de verkrijgingsprijs te rekenen.
Schenking van aandelen en advisering
Het schenken van aandelen in een vennootschap luistert zeer nauw. U kunt ervoor kiezen de aandelen eenvoudigweg te schenken, doch de kans is aanzienlijk dat u dan mogelijkheden laat liggen om de belastingdruk enigszins te beperken. Dat zou zonde zijn. In het voorgaande zag u onder meer dat voor een van de uitzonderingen geldt dat een 36 maandentermijn moet zijn volgemaakt. Het is daarom raadzaam om zo vroeg als redelijkerwijs mogelijk, een kundig adviseur in te schakelen. Wilt u niet zo lang wachten? Neem ook dan gerust eens contact op. Wij denken graag met u mee en een eerste kennismaking is geheel vrijblijvend.
Hoe regelt u de bedrijfsopvolging belastingvrij?
Meer weten van schenkbelasting en bedrijfsopvolging
- Fiscaal gunstige bedrijfsopvolging
- Bedrijfsopvolging eenmanszaak & VOF
- Bedrijfsopvolging en belastingen
- Bedrijfsopvolging BV: aandelenlevering
- Bedrijfsopvolging en CV
- Bedrijfsopvolging en BV: cumprefs
- Bedrijfsopvolging in overdrachtsbelasting
- Bedrijfsopvolging? Maak een testament!
- Bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet van toepassing bij onroerendgoed vennootschap
- Het einde van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in zicht?
- Fiscaal schenken onroerend goed
- Bedrijfsopvolging in 2023
- BOR en liquide middelen
- Bedrijfsopvolging en juridische splitsing