Bedrijfsopvolging via verhuur werkt niet
Henk heeft een onderneming en in 2010 komt Henk te overlijden. De onderneming is gevestigd in een warenhuis. De dochter van Henk, we noemen haar Jacklien, is enig erfgenaam. Ze pakt na het overlijden van Henk de onderneming verder op en verhuurt vanaf 2011 de onderneming / het warenhuis aan een derde. Centrale vraag: "is er sprake van voortzetting van de onderneming?" Als een onderneming namelijk belastingvrij wordt overgedragen, moet deze 5 jaar worden voortgezet. De rechter vindt van niet, hier zijn wij het wel mee eens. Had het slimmer gekund? Zeker ...
De bedrijfsopvolgingsregeling kan de belastingheffing over de waarde van uw bedrijf beperken van 35% - 40% tot 4% - 8%. (afhankelijk van de waarde van uw bedrijf). Hoe werkt dit? Bel gerust eens voor een vrijblijvend gesprek met één van onze fiscaal juristen.
Nieuws bedrijfsopvolging 2023
Tijdens prinsjesdag 2022 is duidelijk geworden dat er nog geen nieuwe regeling is opgenomen in de belastingplannen voor 2023. Het kabinet komt dit najaar met een eigen visie op de toekomst voor deze regeling. Adviseur en (familie) bedrijven hebben dus nog even tijd !
De Bedrijfsopvolgingsregeling staat al jaren onder druk. Dit komt met name omdat uit verschillende rapporten (allen voor corona) volgt dat de regeling niet meer nodig is omdat familiebedrijven voldoende liquide zijn. De inkomstenbelasting bij een bedrijfsopvolging bedraagt 26,9% (cijfers 2023) en de erf of schenkbelasting 20% (over eerste € 100.000 slechts 10%). De totale belastingdruk is normaal dus ongeveer 40%.
Door de bedrijfsopvolgingsregeling is de effectieve druk veelal slecht 4%. De eerste € 1.100.000 (afgerond) vrijgesteld en over het meerder zelfs 83%. Dit wordt onder de nieuwe regeling een minder gunstig. Waarschijnlijk gaat de heffing van de genoemde 4% naar 25 - 30%. Wanneer de aangepaste regeling ingaat is onduidelijk, wij verwachten in 2024.
Procedure over BOF en verhuur
De voorzettingseis in de wet staat in artikel 35e van de successiewet.
- "...... de verkrijger houdt op uit de onderneming of een gedeelte daarvan winst te genieten."
Dit artikel moet worden gelezen in combinatie met artikel 35b, vijfde lid SW, hierin staat dat de onderneming door de verkrijger vijf jaar moet worden voortgezet. Tijdens de gesprekken over deze wet is door het parlement hierover het volgende gezegd:
- In beginsel volgt de bedrijfsopvolgingsregeling voor de zogenoemde voortzettingseis het stakings- en vervreemdingsbegrip uit de Wet inkomstenbelasting 2001. Dit kan anders zijn wanneer de specifieke aard van de bedrijfsopvolgingsregeling daarom vraagt. Indien bijvoorbeeld bij de overdracht van een onderneming gebruik wordt gemaakt van artikel 3.63 Wet IB 2001, wordt de onderneming voor de inkomstenbelasting geacht niet te zijn gestaakt. Deze niet-stakingsfictie werkt niet door naar de bedrijfsopvolgingsregeling. In zoverre bestaat er overigens geen wijziging ten opzichte van de huidige regeling.” (MvT, Kamerstukken II 2008 /09, 31 930, nr. 3, p. 46.)
Via de Wet op de Inkomstenbelasting kan een voortgezet ondernemerschap worden gevraagd. Volgens de erfgenaam is hiervan sprake. De rechter kiest - zoals hierboven omschreven - een andere route: "de oorspronkelijke onderneming moet worden voortgezet". Dat de erfgenaam via de verhuurroute ook winst uit onderneming geniet vindt de Rechtbank niet relevant. Uit een oude uitspraak van de Hoge Raad volgt dat verhuur van een onderneming moet worden gezien als een andere / gewijzigde vorm, dus geen staking.
Of er beroep is ingesteld is ons nu onbekend.
Oplossing voor verhuur en BOF
Dat een verhuurder iets anders is dan een ondernemer zal voor iedere lezer wel helder zijn, immers de verhuurder krijgt huur en de huurder krijgt de winst (te verminderen met de huursom en overige kosten van de onderneming). De rechter loopt wel een bijzondere route waar wel wat tegen is in te brengen. Immers het bedrijf wordt (hoewel in een andere vorm) voortgezet door de erfgenaam. De erfgenaam had er beter voor kunnen kiezen om de onderneming voort te zetten in bijvoorbeeld een B.V. of coöperatie (artikel 10 uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting) en de huurder langzaam in deze B.V. laten ingroeien en hem als (mede-)bestuurder te benoemen.