Een assurantiekantoor en belastingheffing
Het drijven van een assurantie- en / of verzekeringskantoor kent fiscaal zijn eigen merites. Daarbij is kenmerkend voor de branche dat verzekeringsportefeuilles worden verkocht of gekocht en speelt er vaak problematiek bij de omzetbelasting. Bij een groeiende of omvangrijkere onderneming wordt de onderneming vaak gedreven in een B.V.-structuur.
Verkoop assurantie- of verzekeringsportefeuille
De verkoop van een assurantie- of verzekeringsportefeuille leidt vaak tot een (gedeeltelijke) staking van de onderneming. Daarbij zal afgerekend moeten worden over het verschil tussen boekwaarde van de portefeuille en de verkoopopbrengst. Daarbij is het onder voorwaarden mogelijk om de winst die wordt gemaakt te reserveren in de vorm van een herinvesteringsreserve. Er moet dan wel sprake zijn van de vervreemding van een bedrijfsmiddel. Gaat het om een (gedeeltelijke) staking van de onderneming als gevolg van de verkoop, dan gelden er andere regels om tot herinvestering over te gaan. In die laatste situatie dient namelijk een veel kortere termijn van twaalf maanden in acht te worden genomen.
Overname van assurantie- of verzekeringsportefeuille
De overname van een assurantie- of verzekeringsportefeuille wordt gezien als een investering in goodwill. Als koper kan deze goodwill in tien jaren worden afgeschreven en daarmee in mindering worden gebracht op de fiscale winst. Gaat het niet alleen om de overname van een portefeuille maar wordt de gehele onderneming overgenomen, dan zijn er wellicht meer mogelijkheden. Daarbij kan gedacht worden aan de overname van de B.V. waarin de onderneming en portefeuille zich bevinden.
Werknemersparticipatie bij een assurantie- of verzekeringskantoor
Een goed assurantie- of verzekeringskantoor kan niet zonder goed personeel. Om personeel te binden aan de onderneming kan gedacht worden aan een werknemersparticipatie. Bij een werknemersparticipatie dient echter rekening gehouden te worden met de gevolgen voor de loon- en inkomstenbelasting. Daarbij maakt het verschil tegen welke waarde de werknemer de aandelen kan verkrijgen, of er bijzondere rechten aan de aandelen verbonden zijn en hoeveel aandelen de werknemer verkrijgt. Naast de fiscale gevolgen zijn er ook andere facetten waaraan gedacht moet worden. Wat nu als de werknemer ontslag neemt, langere tijd arbeidsongeschikt is of komt te overlijden? Dit zijn een beperkt aantal vragen waarop het antwoord in een participantenovereenkomst terug te vinden moet zijn.
Gemengde prestaties omzetbelasting
Naast vrijgestelde prestaties komt het ook vaak voor dat er belaste prestaties worden verricht. Gedacht dient te worden aan het verzorgen van aangiften inkomstenbelasting, het geven van financieel advies waarbij er geen intentie is om een financieel product af te nemen of het uitoefenen van een makelaarskantoor. Van belang is niet alleen dat er omzetbelasting op een juiste manier in rekening wordt gebracht, maar ook dat er op basis van een pro-rata de voorbelasting in aftrek genomen wordt.
Van belang bij gemengde prestaties is tevens de herziening van omzetbelasting in geval van investering in roerende (vijf jaar) en onroerende zaken (tien jaar). In de vijf tot tien jaar nadat de investering in het bedrijfsmiddel heeft plaatsgevonden dient jaarlijks herrekend te worden of er op basis van de omzetverhouding een recht op een aanvullende teruggave ontstaat of dat er een verplichting tot het betalen van een aanvullend bedrag aan omzetbelasting is.
B.V.-structuur
Bedraagt de winst van de onderneming circa € 150.000 per ondernemer, dan kan het vanuit fiscaal perspectief aantrekkelijk zijn de onderneming in te brengen in een B.V. Daarbij is het echter wel van belang niet tegen kostprijsverhogende btw aan te lopen. Het doorberekenen van managementvergoedingen kan leiden tot kostprijsverhogende omzetbelasting. Deze kostprijsverhogende omzetbelasting kan voorkomen worden door de onderneming juridisch op een juiste manier te structureren.
Het neerzetten van een B.V.-structuur is niet altijd ingegeven om over de winst een lagere belasting te betalen (vennootschapsbelasting in plaats van inkomstenbelasting). Zo kan een B.V.-structuur er ook toe leiden dat het ondernemersrisico niet doorwerkt naar de privésituatie van de ondernemer. Een ander wel fiscaal voordeel kan erin gelegen zijn om de omzetbelastingpositie juist te optimaliseren.
Resumé
Hiervoor is een beperkt aantal fiscale onderdelen aan de orde gekomen. Daarnaast komen er meer situaties voor waarbij een goed advies wenselijk is. Neem hiervoor contact op met de auteur van dit artikel.