Voetballers en Belastingdienst
Inleiding
Voetballers hebben het niet slecht in Nederland. Het inkomen dat wordt verdiend bij een voetbalclub wordt voor een groot deel in een pensioenpot gestopt, maar over de rest moet worden afgerekend. Wat ik mij afvroeg is welke trucs voetballers kunnen bedenken met hun belastingadviseurs. Veelal zijn de adviseurs verbonden aan de grotere kantoren in Nederland die gespecialiseerd zijn in advisering van artiesten en sporters. De constructies zijn echter meestal niet zo complex en veelal komt het aan op feiten, woonplaats, realiteitszin en een gezonde dosis creativiteit.
Wonen in buitenland
Een voetballer gaat in Nederland voetballen en in het buitenland wonen, we nemen als voorbeeld België. De voetballer sluit een arbeidsovereenkomst met de Nederlandse club en daarnaast een licentieovereenkomst voor diverse rechten (zoals zijn imagerechten of merchandising). De licentievergoeding is - in principe - niet in Nederland belast. De Belastingdienst heeft deze zaak onderzocht en in 2004 kwam de kwestie in Arnhem onder de hamer (31 augustus 2004 nummer 01/02687 voor de liefhebber). De Belastingdienst stelde: alles is loon. Hof Arnhem was het met de Belastingdienst eens.
Noot: In casu had de club weinig gebruik gemaakt van de licentierechten. Als de feiten en overeenkomsten beter op elkaar zouden aansluiten, was het wellicht anders afgelopen. Wellicht was het verstandiger geweest om met een buitenlandse rechtspersoon te werken, bijvoorbeeld in Cyprus (belastingtarief 10%).
Extra hoge onkostenvergoeding
Deze regeling bestaat al jaren en is in 2001 in de wet Loonbelasting
opgenomen. Vroeger was dit de 35% regeling en nu de 30% regeling. Ruwweg
mag een werkgever een belastingvrije vergoeding van 30% van het bruto loon
geven aan uit het buitenland aangeworven of uitgezonden werknemers met
een schaarse specifieke deskundigheid. Soms gaat dit goed maar meestal
is een voetballer niet "bijzonder" genoeg.
Een voetballer is in 1996 in Nederland gaan voetballen. Op enig moment
is hij bij club X vertrokken en gaan voetballen bij club Y. Hoewel de voetballer
linksbenig en talentvol was, ging de 30% regeling niet door. De voetballer
was volgens het Hof Den Haag niet voldoende schaars.
Een Zweedse voetballer claimde de 30% regeling omdat hij volgens eigen
zeggen over voldoende specifieke deskundigheid beschikte en schaars was
in Nederland. Het Gerechtshof en de Hoge Raad vonden van niet. De voetballer
verdiende niet veel meer dan een vergelijkbare Nederlandse voetballer (bij
schaarste wordt er veelal meer betaald) en daarnaast was de Zweedse voetballer
bijzonder maar niet schaars.
Inkomen uit buitenland
De Hoge Raad doet eerdaags uitspraak over inkomsten van een Nederlandse
voetballer die hij in het buitenland heeft verdiend. De advocaat-generaal
(in deze Van Ballegooijen juli 2005) adviseert de Hoge Raad bij haar uitspraken.
Een voetballer heeft een basissalaris maar voetbalt zowel in Nederland,
maar natuurlijk ook tegen buitenlandse clubs in Spanje, Italië en overige
landen. De A-G is op basis van de verdragen van mening dat de inkomsten
uit het buitenland in Nederland niet mogen worden belast. Nederland moet
hier dus een vrijstelling voor geven. Deze casus is al behandeld door het
Gerechtshof (in Den Bosch) en deze rechters vonden ook dat Nederland niet
mocht heffen. De inkomsten tijdens Champions League wedstrijden (maar wellicht
ook de WK Voetbal in Duitsland) mogen in dat land worden belast en niet
in Nederland. De inkomsten mogen dus worden gesplitst. Daarnaast zijn inkomsten
van de KNVB die betrekking hebben op buitenlandse wedstrijden ook in Nederland
vrijgesteld. De verrekening mag plaatsvinden op grond van feitelijk in
het buitenland doorgebrachte dagen, dit is ongebruikelijk omdat meestal
wordt gekeken naar de gewerkte dagen.
We moeten nog even de uitspraak voor van de Hoge Raad afwachten maar dit
zal wel goed komen voor ons voetbal talent.