Sponsoring, BTW en fiscus
Sportclubs halen hun geld op via lidmaatschapsgelden en diverse nevenactiviteiten zoals sponsoring. De sponsoring is vrijgesteld van BTW mits deze beneden een bepaald bedrag blijft. Deze vrijstelling bedraagt € 50.000.
Meer sponsorgelden
Als de maximumomzet onder de genoemde € 50.000 blijft, dan is er voor de BTW niks aan de hand. Sponsorgelden in natura moeten ook gewaardeerd worden. De sportclub kan dan een factuur sturen zonder BTW. Als er meer sponsorgelden zouden binnenkomen, dan moet de sportclub over de totale sponsorgelden 21% BTW afdragen. De 21% zal dan ook gelden voor overige inkomsten, zoals:
- toegang tot sportwedstrijden;
- sportdemonstraties;
Voor kantine-inkomsten geldt een aparte regeling. In het besluit van 13 juni 2007, nr. CPP2007/1077M, NTFR 2007/1628, wordt een regeling gegeven voor de exploitatie van kantines. Sportverenigingen die gebruikmaken van de vrijstelling en aan bepaalde voorwaarden voldoen, worden voor de exploitatie van de kantine niet in de heffing betrokken, mits de kantineomzet onder een bedrag blijft van € 68.067.
Handleiding 2024 belastingdienst voor sporters en artiesten
In de wereld van internationaal opererende artiesten en sporters is het navigeren door de complexe wateren van internationale belastingheffing een uitdaging die zorgvuldige planning en kennis vereist. Deze blog, biedt een praktische checklist en inzichten om dubbele belasting te voorkomen en te zorgen voor een optimale fiscale behandeling van de inkomsten van artiesten en sporters. Kijk hier voor de handleiding voor artiesten en sporters van de belastingdienst.
Checklist voor voorkoming van dubbele belasting
- Identificeer de bron van inkomsten: Bepaal of de inkomsten voortkomen uit persoonlijke werkzaamheden, zoals optredens, deelname aan sportevenementen, of dat deze worden ontvangen door een entiteit (bijv. een 'star company').
- Vaststelling van de Belastingplicht: Controleer of de inkomsten worden ontvangen door een binnenlands belastingplichtig lichaam onderworpen aan de Nederlandse vennootschapsbelasting.
- Analyse van Belastingverdragen: Onderzoek of er een belastingverdrag
van toepassing is tussen Nederland en het land waar de activiteiten plaatsvinden.
Identificeer welke categorie van toepassing is op basis van het verdrag:
- Categorie I: Verdrag met specifieke bepaling voor artiesten en sporters.
- Categorie II: Verdrag zonder specifieke bepaling.
- Categorie III: Verdrag met beperkte bepaling.
- Categorie IV: Geen verdrag. - Bepaling van de heffingsrechten: Bepaal op basis van het toepasselijke belastingverdrag of het bronland heffingsrecht heeft en zo ja, onder welke voorwaarden.
- Berekening van de vrijstelling of verrekening: Afhankelijk van de toepasselijke categorie, bereken de mogelijkheid voor vrijstelling of verrekening van de in het buitenland betaalde belasting.
Praktische Overwegingen buitenlandse artiesten en sporters.
- Vaste inrichting: Onderzoek of de werkzaamheden van de sporter of artiest een vaste inrichting vormen in het buitenland, wat invloed heeft op de belastingheffing.
- Verrekening van buitenlandse bronheffingen: Specifiek aandacht voor de verrekening van buitenlandse bronheffingen is cruciaal om dubbele belasting te voorkomen.
- Toepassing van de objectvrijstelling: Voor bepaalde inkomsten kan een objectvrijstelling van toepassing zijn, wat betekent dat deze inkomsten vrijgesteld zijn van belasting in Nederland.
- Keuze tussen verrekening en kostenaftrek: Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden tussen het verrekenen van de buitenlandse belasting of het aftrekken als kosten.
De fiscale behandeling van de inkomsten van internationaal opererende artiesten en sporters is complex en vereist een grondige analyse van de toepasselijke belastingverdragen en de Nederlandse belastingwetgeving. Door de bovenstaande checklist te volgen, kunnen artiesten, sporters, en hun adviseurs zorgen voor een optimale fiscale behandeling en het risico op dubbele belasting minimaliseren. Het is altijd raadzaam om professioneel fiscaal advies in te winnen om te zorgen voor naleving en optimalisatie van de belastingverplichtingen.
Kantineregeling
Elk voordeel heeft zijn nadeel geldt ook in de sport. In 2014 wordt de kantineregeling voor sportclubs ingetrokken. Via deze regeling is de kantineomzet bij sportclubs vrijgesteld van BTW (mits niet hoger dan ruim € 68.000 per jaar). De kantineregeling is niet echt nodig omdat de kantine-omzet ook kan vallen onder de vrijstelling voor fondswervende leveringen (is ook ruim € 68.000). De vrijstelling voor kantine-omzet geldt vanaf 2014 niet meer voor persoonlijke feestjes, zoals bruiloften of feestjes van leden.