Premieplicht zeevarende
Een zeevarende die in Nederland woont en binnen het Nederlandse watergebied (continental plat) werkt is meestal in Nederland premieplichtig voor de volksverzekeringen. Omdat de feiten en omstandigheden sterk kunnen verschillen is elke situatie anders, laat u daarom goed en tijdig adviseren.
Standpunt belastingdienst inzake zeevarenden
De kennisgroep van de belastingdienst heeft in 2024 de volgende casus behandeld. Een inwoner van Belgie is werkzaam als zeevarende in het internationaal verkeer. De persoon werkt voor een Nederlandse werkgver en vervult zijn dienstbetrekking buiten Nederland. Het belastingverdrag tussen Nederland en Belgie wijst het heffingsrecht toe aan Nederland.
- Kan Nederland loonbelasting heffen? Ja dat kan. Op grond van artikel 2 lid 1 wet Loonbelasting, is sprake van een dienstbetrekking. Op grond van artikel 2 lid 3 zou dit wellicht anders kunnen liggen. Maar dit is hier niet zo (laatste volzin lid 3 en het niet voldoen aan de bepaling in lid 4)
- Kan Nederland inkomstenbelasting heffen? Volgens de belastingdienst mag Nederland geen inkomstenbelasting (artikel 7.2 lid 2 onderdeel B Wet IB 2001) heffen
Zeevarende (pijpenlegger) met werkgever in Zwitserland
Henk woont in Nederland en werkt grotendeels (van het jaar) op het Nederlandse deel van het continental plat. Hij werkt voor een Zwitserse werkgever op een boot die onder de Panamese vlag vaart. Henkt werkt gedurende 8 maanden op het Nederlandse continental plat en gedurende 4 maanden op het Spaanse deel (en op internationale wateren). De boot is een zogenaamde pijpenlegger. De vraag is of Henk over de periode dat hij op Nederlands watergebied werkt in Nederland premies volksverzekeringen moet betalen. Het Hof van Jusitie overweegt het volgende:
- Henk woont in Nederland;
- Henk werkt voor een werkgever uit Zwitserland;
- De situatie lijkt op de feiten bij een andere procedure (arrest Aldewereld).
In eerste aanleg zijn hiermee de wetten uit Zwitserland van toepassing (vestigingsplaats werkgever). Hierop bestaat één uitzondering: als Henk zich in Zwitserland slechts vrijwillig kan verzekeren of als hij zich daar bij geen enkel stelsel van sociale zekerheid kan aansluiten. Als dit zo is, dan is Henk in Nederland verzekerd. De Hoge Raad in Nederland verwijst de zaak voor nader onderzoek. Het Gerechtshof is van mening dat Henk in Nederland is verzekerd, hij was namelijk niet in Zwitserland verzekerd.
Prejudiciële vragen zeevarende
De heer X heeft de Letse nationaliteit en woont ook in dit land. Hij is in 2013 in dienstbetrekking bij een Nederlandse werkgever. Het schip vaart onder de vlag van de Bahama's. De boot ligt buiten de EU. De vraag is of de heer X in Nederland premies volksverzekeringen moet betalen. De Rechtbank weet het niet en stelt vragen aan de Hoge Raad.
De Rechtbank stelt de volgende vragen aan de Hoge Raad:
- De wetgeving van welke lidstaat wordt door de per 1 mei 2010 geldende EG-Verordening nr. 883/2004 aangewezen voor de periode waarin X (a) in Letland woont, (b) de Letse nationaliteit heeft, (c) in dienst is van een in Nederland gevestigde werkgever, (d) als zeevarende werkzaam is, (e) zijn arbeid verricht aan boord van een zeeschip dat vaart onder de vlag van de Bahama's, en (f) deze werkzaamheden verricht buiten het EU-grondgebied?
- Indien uit het antwoord op vraag 1 volgt dat in beginsel de wetgeving van Letland wordt aangewezen, moet dan worden onderzocht of de wetgeving in Letland voorziet in aansluiting van een persoon in de situatie zoals die van X bij enig stelsel van sociale zekerheid voor de bij vraag 1 bedoelde periode?
Wat kunnen wij voor zeevarenden betekenen?
- Begeleiding van een emigratie of immigratie
- Taxplanning en zoeken naar meest gunstige woonland
- Belastingadvies inzake pensioen en eigen woning
- Afstemming met buitenlandse belastingadviseur en/of advocaat
- Verzorgen M Biljet (emigratie aangifte)
- Afstemming met de Belastingdienst in Nederland
- Verzorgen verklaring wereldinkomen en/of indienen LBB verklaring
Bron premieplicht en zeevarende
Rechtbank Zeeland - West Brabant d.d. 20 april 2017 (ECLI:NL:RBZWB:2017:2454).
Gerechtshof Amsterdam d.d. 20 december 2016 (ECLI:NL:GHAMS:2016:5776).
Hoge Raad d.d. 9 oktober 2015 (ECLI:NL:HR:2015:2986).