print sitemap zoeken disclaimer contact

Belastingheffing piloot internationale vluchten

In de rechtspraak komen met enige regelmaat zaken voorbij met betrekking tot lucht- en zeevarenden waarbij de definitie van internationaal verkeer in geschil is. Dit is van belang voor de toewijzing van het heffingsrecht in belastingverdragen. Voor lucht- en zeevarenden werkzaam in het internationale verkeer geldt namelijk dat óf het land waarvan de werknemer inwoner is mag heffen, óf het land waar de feitelijke leiding van de luchtvaartmaatschappij is gevestigd.

Belastingadvies of vrijblijvende offerte Piloten 

Belastingen is voor particulieren of ondernemers niet altijd het meest leuke onderdeel. Ons team van ruim 20 fiscale specialisten (belastingadviseur en/of fiscaal juristen) nemen u graag mee in de wondere wereld van het fiscale advies, uw aangifte, een fiscale procedure en/of begeleiding van een boekenonderzoek. Wij adviseren u, onderhouden het contact met de Belastingdienst en adviseren u (pro) actief en vlot tegen vaste tarieven.

Vrijblijvende offerte of vraag?  

Internationaal verkeer, belastingen en piloten

Inmiddels is wel duidelijk dat het in elk geval moet gaan om grensoverschrijdend vervoer van personen of goederen door middel van commercieel geëxploiteerde lucht- of zeevaartuigen. Afhankelijk van de definities in een belastingverdrag kan daarbij als aanvullende eis gesteld worden dat de maatschappij voor wie de werknemer werkt haar management in één van beide verdragslanden gevestigd moet hebben.

Piloot woont in Nederland en werkt voor UK maatschappij

Op dit moment is een zaak aanhangig bij de Hoge Raad waarbij wederom de uitleg van internationaal verkeer in geschil is. Met name de vraag welke werkzaamheden hieronder vallen.

Kern van de zaak

  • Het betreft hier een zaak waarbij de piloot inwoner is van Nederland en in dienstbetrekking werkzaam is voor een in de UK gevestigde luchtvaartmaatschappij.
  • In artikel 14 lid 3 van het belastingverdrag tussen Nederland en de UK is bepaald dat de woonstaat belasting mag heffen over de inkomsten die uit een dienstbetrekking worden verkregen die wordt uitgeoefend aan boord van een zee- of luchtvaartuig dat wordt geëxploiteerd in het internationale verkeer. 
  • Dit lijkt een duidelijke bepaling, echter de betreffende piloot verricht ook binnenlandse vluchten, moet in de UK standby staan en volgt er trainingen.
  • Hoe moet worden omgegaan met de inkomsten die aan deze werkzaamheden zijn toe te rekenen?
  • Het standpunt van de piloot is dat de werkzaamheden die in de UK zijn verricht niet onder het internationale verkeer vallen en dat deze daarom niet in Nederland belast mogen worden.

De rechtbank en het Hof delen deze conclusie niet en stellen dat alle inkomsten onder de werking van artikel 14 lid 3 van het belastingverdrag vallen en dus in Nederland belast mogen worden. De Advocaat-Generaal heeft in zijn conclusie van 19 december 2022 de Hoge Raad geadviseerd.

Conclusie Advocaat-Generaal inzake piloot

De Advocaat-Generaal is het in zijn conclusie eens met de rechtbank en het Hof, met andere woorden: het volledige inkomen is belast in de woonstaat Nederland. Hierbij wordt uitgegaan van een ruime uitleg van het begrip internationaal verkeer in relatie tot de werkzaamheden die worden uitgevoerd aan boord van een luchtvaartuig dat in het internationale verkeer wordt geëxploiteerd.

Uit het verdrag en de parlementaire behandeling blijkt niet dat de staten beoogd hebben om in gevallen waarin op sommige dagen alleen op het grondgebied van één van de staten wordt gewerkt, het heffingsrecht over de inkomsten die zien op deze dagen aan de andere niet-woonstaat zou moeten worden toegekend.

De Advocaat-Generaal betoogt ter onderbouwing van voornoemde conclusie dat de staten gekozen hebben voor deze werkwijze om de uitvoering praktisch en eenvoudig te houden.

Noot fiscalist inzake belastingadvies piloot

De vraag is natuurlijk of de Hoge Raad deze conclusie van de Advocaat-Generaal gaat volgen. Op zichzelf is de uitspraak voor de uitvoering gunstig, omdat het inderdaad leidt tot een praktische en eenvoudige uitvoering.

Van belang is natuurlijk wel dat de andere staat het belastingverdrag op dezelfde wijze uitlegt. Anders ontstaat er dubbele heffing voor de betreffende werknemers. In de praktijk zien wij vaak dat de 'werkstaat' ook belasting inhoudt en voornoemde uitleg niet volgt. Daarom zijn de gang naar de rechter en het standpunt van de belastingplichtige in dit geval ook begrijpelijk.

Het zou toe te juichen zijn wanneer de Belastingdienst en de verschillende staten eenduidig zouden zijn in de uitvoering en daarbij kiezen voor de praktische en eenvoudige oplossing. Ook in gevallen waarbij het management van de luchtvaartmaatschappij in een derde land is gevestigd. Dit lijkt mij een onderwerp waar het zogenaamde Multilaterale Instrument (Multilateraal Instrument (MLI) en Nederlandse belastingverdragen | Brochure | Rijksoverheid.nl) toegepast kan worden, zodat over het begrip internationaal verkeer tussen de verschillende staten geen discussie / discrepantie meer kan ontstaan. Uiteindelijk zijn het de werknemers die via kostbare procedures dit soort begrippen voor de praktijk helder moeten zien te krijgen. Dat kan niet de bedoeling zijn.

Deel deze pagina

Laatste update op 03-01-2023
Artikel gemaakt op 02-01-2023
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Advies specialisten Piloten Belastingheffing piloten

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap