Afroommethode en zelfstandig beroep
Bij medici zijn de persoonlijke kwaliteiten binnen hun bedrijf een belangrijk facet om winst te maken. Het belangrijkste deel van de gemaakte winst kan dus worden toegerekend aan de medicus, edoch binnen de maatschap kunnen ook andere specialisten aan de winst bijdragen. De medicus zelf is dus persoonlijk niet de enige die voor de omzet zorgt.
De Belastingdienst past bij veel medici en advocaten de afroommethode toe bij het bepalen van de verhouding tussen omzet en salaris (gebruikelijk loon). Veelal zal het salaris 70% van de omzet (te verminderen met directe kosten) bedragen. Er zijn nu enkele uitspraken van de Hoge Raad geweest waaruit volgt dat de zogenaamde afroommethode voor medici niet van toepassing is.
Inspecteur moet hoger loon aannemelijk maken
In een procedure voor de Rechtbank Den Haag d.d. 9 januari 2014 kwam een situatie aan de orde waarbij een communicatieadviseur via zijn eigen B.V. werkzaamheden verricht voor derden. De verhoudingen waren als volgt (genoemde bedragen in euro's):
- 2006: omzet 59.000 en salaris 46.000 (Belastingdienst akkoord);
- 2007: omzet 137.000 en salaris 55.000 (Belastingdienst 85.000);
- 2008: omzet 67.000 en salaris 62.000 (Belastingdienst akkoord);
- 2009: omzet 154.000 en salaris 62.000 (Belastingdienst 95.000);
- 2010: omzet 166.000 en salaris 58.000 (Belastingdienst 95.000).
Voor de berekening van de salarissen wordt door belastingplichtige de afroommethode gebruikt. De salarissen worden door de inspecteur gecorrigeerd op grond van artikel 12a van de Wet op de Loonbelasting 1964 (wet LH). Centrale vraag is of het loon in belangrijke mate afwijkt van het gebruikelijke loon en of de afroommethode mag worden toegepast.
Volgens de Rechtbank maakt de inspecteur niet aannemelijk dat het salaris op grond van artikel 12a LH in belangrijke mate afwijkt van hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is. Uit het enkele feit dat het door de inspecteur met toepassing van de afroommethode berekende loon hoger ligt dan het aan belanghebbende (de DGA) toegekende en uitbetaalde loon volgt, zonder nadere motivering, niet dat het toegekende loon lager is dan hetgeen voor een soortgelijke dienstbetrekking in het economische verkeer gebruikelijk is. De naheffingsaanslagen worden vernietigd, het gelijk is aan de DGA.
Belastingtip medici en vrije beroepers
Als een medicus of een vrije beroeper binnen een maatschap werkt en zijn aandeel hierin via een B.V. in zijn bezit heeft, kan zijn salaris waarschijnlijk lager worden vastgesteld. Dit kan een voordeel voor de inkomstenbelasting tot gevolg hebben.
Belastingdienst, medici en afroommethode
De Belastingdienst was van mening dat de afroommethode voor zogenaamde vrije beroepers als vertrekpunt moet dienen. Uit een uitspraak van de Hoge Raad (d.d. 9 november 2012 nummer 11/03555) volgt echter dat de afroommethode alleen kan worden toegepast als de winst wordt bepaald door persoonlijke arbeid van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) (tenminste in zeer belangrijke mate).
Als het aandeel in de winst van de medicus voor meer dan 10% wordt bepaald door arbeid van de andere maten (of partners) en / of werknemers of andere personen binnen de maatschap, dan kan de afroommethode niet worden toegepast. Het salaris moet dan dus niet worden bepaald op grond van de omzet / het winstaandeel, maar op grond van zogenaamde soortgelijke werknemers (hiervan mag dan nog 30% marge worden afgetrokken). De zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof in Amsterdam, dit Gerechtshof doet op 13 maart 2014 uitspraak in de lijn van het standpunt van de Hoge Raad. Het Gerechtshof komt tot de volgende conclusies :
- De Hoge Raad (9 november 2012, nr. 11/02127, V-N 2012/57.11) oordeelt dat de heffingsbevoegdheid met betrekking tot het gebruikelijk loon van B door het Verdrag aan Nederland is toegewezen.
- De afroommethode mag echter niet worden toegepast als er naast de directeur-grootaandeelhouder (DGA) nog meer werknemers in dienst van de B.V. zijn. In dat geval kan namelijk niet worden aangenomen dat de opbrengsten van de B.V.(nagenoeg) geheel voortvloeien uit de door de DGA daarvan – in zijn hoedanigheid van werknemer – verrichte arbeid.
- Inspecteur heeft omvang gebruikelijk loon onvoldoende aannemelijk gemaakt.
- Zowel afroommethode als winstreductiemethode zijn niet van toepassing.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft zich op 26 september 2013 ook maar eens goed over deze zaak gebogen. Opnieuw wordt er in het voordeel van de belastingplichtige beslist. Deze zaak ziet specifiek op vrije beroepsbeoefenaren (advocaten, notarissen, etc.). De belangrijkste conclusies:
- Uit de wet volgt een DGA-salaris van tenminste € 44.000 (cijfers 2014).
- De inspecteur moet aannemelijk maken dat bij soortgelijke dienstbetrekkingen een hoger loon gebruikelijk is.
- Als de inspecteur in zijn bewijslast slaagt, dan moet het salaris worden vastgesteld op 70% van het hogere salaris.
- De Belastingdienst moet aantonen dat het loon in soortgelijke dienstbetrekkingen hoger is (als dit niet lukt, dan is een correctie niet toegestaan).
- In de fiscale praktijk slaat de Belastingdienst de stap "aannemelijk maken dat hoger loon gebruikelijk is" over en stelt direct dat de winst van de B.V. kan worden afgeroomd ten gunste van het gebruikelijke loon van de DGA. Dit is volgens de rechter niet toegestaan.
- De invulling van een soortgelijke dienstbetrekking moet dicht bij de DGA worden gezocht (dus advocaten / notarissen / etc. binnen hetzelfde kantoor).
Salaris medicus lager vaststellen
Veel medici zullen een zeer hoog salaris moeten uitbetalen (via de B.V.). Bij medisch specialisten zal het salaris veelal rond de € 150.000 - € 200.000 liggen. Bij advocaten, accountants en belastingadviseurs waarschijnlijk op een gelijk of iets lager niveau.
De vrije beroeper mag - met een redelijke tolerantie - een salaris vaststellen dat ook aan andere medici (of advocaten) in dienstbetrekking wordt betaald. U hoeft hierbij niet de meest verdienende te nemen, een doorsnee medicus is voldoende. De hiervoor genoemde uitspraak is van toepassing voor medici (of advocaten etc.) die via een persoonlijke holding participeren in een werk B.V. of een maatschap. De afroommethode blijft wel van toepassing voor medici die alleen werken en / of in een zogenaamde kostenmaatschap werkzaam zijn.
Fictief loon, afroommethode en medici
Om te voorkomen dat de medicus teveel management fee (aandeel in de winst) in zijn B.V. laat zitten, is het zogenaamde fictieve loon in de wet ingevoerd. Het minimum loon bedraagt € 43.000 (gebruikelijkloonregeling 2013) of het salaris dat gebruikelijk zou zijn in situaties waarin de DGA geen aanmerkelijk belang zou hebben.
Naast de gebruikelijkloonregeling in de Wet op de Loonbelasting is er ook nog een andere regeling die door rechters is ontwikkeld. Dit is de zogenaamde afroommethode. Deze methode wil zeggen dat de Belastingdienst de opbrengsten in een B.V. eerst zal verminderen met de directe kosten en afschrijvingen. Het bedrag dat dan zal resteren (zeg de bruto winst) is de basis voor het uiteindelijke salaris van de DGA. De Belastingdienst zal het fictieve salaris vaststellen op 70% van de "bruto winst". Het uiteindelijke fiscale loon mag hiervan nog 30% afwijken.
Zoals nu is gebleken, is de Hoge Raad van mening dat deze afroommethode niet mag worden toegepast als de winst binnen de B.V. voor minder dan 90% wordt behaald met persoonlijke werkzaamheden van de DGA.
Medicus met werknemers
De afroommethode lijkt ook niet van toepassing voor de DGA waarbij in de B.V. ook andere werknemers werkzaam zijn.