De VBI en FBI
De vrijgestelde beleggingsinstelling
Er is een nieuw fenomeen: de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI). We kenden in Nederland al de fiscale beleggingsinstelling (hierna FBI), deze heeft er nu een broertje bij.
De VBI is een beleggingsinstelling, mag uitsluitend beleggen in financiële instrumenten en ze wordt aangemerkt als beleggingsinstelling (dus toezicht). De VBI is bedacht om vermogen in Nederland te houden dat nu nog bij buitenlandse entiteiten wordt ondergebracht (met name Antillen, België en Luxemburg). De VBI moet in principe een fonds voor gemene rekening of een N.V. zijn.
Wijziging VBI in 2025
Vanaf 1 januari 2025 mogen alleen (beleggings) instellingen voor collectieve beleggingen in effecten conform de Wet op het financieel toezicht vrijgestelde beleggingsinstellingen (VBI) zijn. Er moeten dus beleggingen of deelnemingen worden aangeboden aan meer mensen (een breed publiek). Beleggen in prive vermogen is dus vanaf 2025 niet meer mogelijk.
Wijziging VBI 2017
De VBI wordt door steeds meer DGA's gebruikt en wij hebben er diverse opgericht. Vanaf 20 september 2016 (Prinsjesdag) is de VBI een stuk minder aantrekkelijk geworden. De belangrijkste wijzigingen zijn:
- Direct afrekenen: de VBI kon zonder belasting te betalen tot stand worden gebracht. De AB-claim werd namelijk doorgeschoven naar de toekomst. Vanaf 20 september 2016 moet er direct 25% worden afgerekend over de AB-winst (het vermogen in de VBI). Er blijft dus geen 100% vermogen in de VBI over, maar slechts 75%.
- Flits VBI: een gebruikte optie is om box 3 vermogen onder te brengen in een B.V. (hierdoor geen box 3 heffing meer). Als het vermogen kort in box 3 blijft (18 maanden), is er sprake van een zogenaamde flits VBI, dit is niet toegestaan.
- Box 3 rendement: er komt een koppeling tussen de box 3 heffing en het rendement waarmee binnen de VBI moet worden gerekend.
Aandachtspunt: er wordt terugwerkende kracht voorgesteld (dus invoering per direct en niet per 1 janauri 2017). Gezien het rechtszekerheidsbeginsel is het nog maar de vraag of dit ook doorgaat. De Raad van State heeft al voorgesteld om de terugwerkende kracht te laten vervallen, tenzij er een beter gefundeerde motivering wordt gegeven voor speculatief gedrag.
Het is niet gezegd dat de VBI-maatregel ingaat per 20 september 2016, het is dus zaak dit te volgen en wellicht in december 2016 nog een VBI op te richten. De VBI is een stuk minder aantrekkelijk geworden door deze maatregel, maar hoeft nog niet in de prullenbak. Voor box 3 vermogen dat duurzaam wordt ondergebracht in een VBI zal er niet veel veranderen. Conclusie: rekenen en goed laten adviseren, de berekening is vrij simpel.
Een VBI in het kort
- Vrijgesteld van vennootschapsbelasting.
- Vrijgesteld van dividendbelasting.
- Geen beroep op belastingverdragen.
- Deelnemingsvrijstelling niet van toepassing.
- Geen aandeelhouderseisen, financieringseisen, uitdelingsverplichtingen (zoals bij FBI).
- Direct beleggen in vastgoed is niet toegestaan.
- Geen recht op teruggave dividendbelasting.
- Uitkeringen zijn niet onderworpen aan dividendbelasting.
- Een AB-houder moet een forfaitair rendement van 4% over de waarde van de aandelen in zijn aangifte aangeven.
- Minimaal twee aandeelhouders (lijkt mij dat dit ook de echtgenote of een kind kan zijn).
- De VBI moet een vergunning aanvragen (Wet financieel toezicht), soms vrijgesteld.
U kunt jaarlijks het regime voor de VBI aanvragen. De vraag is wie mag heffen over de reserves die vóór het VBI-regime zijn ontstaan. Volgens het Ministerie van Financiën heeft Nederland dit heffingsrecht (compartimentering).
Het effect van de VBI is vergelijkbaar met dat van een naar een zero tax haven geëmigreerde beleggings-B.V. (geen winstbelasting, opbouw AB-claim, verplicht dividend van 4% per jaar). Om een VBI door te rekenen, kan gebruik worden gemaakt van het rekenmodel Beleg-DGA, scenario VBI. Bij dit scenario is er geen sprake van VPB-druk en alleen van (uitgestelde) IB-druk ter zake van het aanmerkelijk belang. Er is rekening gehouden met het forfaitaire rendement van 4%. Lees tab Uitleg van het rekenmodel. De VBI lijkt met name gunstig voor obligatiebeleggingen.
De FBI
De fiscale beleggingsinstelling (of FBI) bestaat al langer. Het inrichten van een dergelijke rechtspersoon is maatwerk. De FBI betaalt geen vennootschapsbelasting. De winst van de FBI moet binnen 8 maanden (na boekjaar) ter beschikking staan aan de aandeelhouders. De vermogenswinst mag in een (herbeleggings)reserve worden gestopt. Op de FBI wordt hier niet verder ingegaan, wel geef ik een aantal praktijkvoorbeelden.
Voorbeeld 1
De FBI wordt veel gebruikt door buitenlandse aandeelhouders. Er geldt een nultarief en de vermogenswinsten kunnen worden ondergebracht in een reserve. Nederland kan hierdoor worden gebruikt als offshore land voor beleggingen. De buitenlandse investeerder krijgt het uitgebreide Nederlandse verdragennetwerk er voor niks bij.
Voorbeeld 2
In onroerendgoedland zal meer gekeken worden naar de VBI en FBI. Binnen de FBI mag eigen onroerend goed worden ontwikkeld, dit dus ook voor een eigen portefeuille. Het is dus mogelijk om eigen panden te herontwikkelen of nieuw vastgoed te ontwikkelen. De ontwikkeling moet dan wel in een normale dochter (reguliere belastingplicht) plaatsvinden. Hierdoor kunnen beleggingsresultaten van de eigen portefeuille onder het tarief van 0% worden gebracht.
Conclusie
Een leuk nieuw instrument binnen de fiscale wereld. De VBI is te vergelijken met een beleggings-B.V. die naar de Antillen is verhuisd (zero tax haven). Als er veel bronbelasting op uw beleggingen drukt, zou ik de FBI kiezen boven de VBI. Beleggen in Nederlandse aandelen is dus niet aantrekkelijk via een VBI. Ik schat in dat buitenlandse beleggers en Nederlandse kasgeld B.V.’s de VBI gaan gebruiken. Voor obligaties kan de VBI aantrekkelijk zijn.