Verleggingsregeling BTW
De verleggingsregeling in de BTW is in de bouwwereld een bekend begrip. De verschuldigdheid van de omzetbelasting wordt verlegd van de onderaannemer naar de aannemer. Toch zie je het in de praktijk nog wel eens fout gaan. Indien een onderaannemer ten onrechte de verleggingsregeling niet toepast, kan de hoofdaannemer in de problemen komen. Hij kan dan formeel de in rekening gebrachte BTW niet terugvorderen. Het is daarom zaak dat de aannemer erop toeziet dat de onderaannemer de regeling toepast. Gebeurt dit niet, vraag dan om een nieuwe factuur.
De verleggingsregeling is van toepassing indien de onderaannemer op de bouwplaats werkzaamheden verricht aan het object of zelf ter plekke een werk van stoffelijke aard een tastbaar product) vervaardigt.
Internationaal
Het komt steeds vaker voor dat buitenlandse aannemers in Nederland aan het werk zijn. Je ziet dan dat toeleveranciers (niet onderaannemers) automatisch de verleggingsregeling toepassen of uitgaan van een zogenaamde IC-levering. Dit is meestal niet terecht. Als de levering plaatsvindt op de Nederlandse bouwplaats, moet de leverancier gewoon BTW in rekening brengen en afdragen. Opletten derhalve waar geleverd wordt en wat de fiscale status is van een afnemer. Bijvoorbeeld bij een bouw die langer dan 12 maanden in beslag neemt ontstaat er een zogenaamde vaste inrichting voor de aannemer. Leveringen aan en vanuit deze vaste inrichting worden dan gezien als een binnenlandse prestatie.
Zoals eigenlijk bij alle belastingzaken geldt ook hier: bij twijfel niet inhalen, maar je adviseur raadplegen.