Afschrijving onroerende zaken
De afschrijving van onroerende zaken is beperkt.
Beperking afschrijving vastgoed in de inkomstenbelasting
Ondernemers, resultaatgenieters en rechtspersonen mogen op gebouwen afschrijven. De afschrijving is echter beperkt. Er mag worden afgeschreven tot de zogeheten bodemwaarde. De hoogte van de bodemwaarde is op dit moment verschillend voor de inkomstenbelasting en de Vennootschapsbelasting en tevens afhankelijk hoe (door wie) het gebouw / vastgoed wordt gebruikt (in eigen gebruik of ter belegging). Nu geldt in de Inkomstenbelasting een ruimere afschrijvingsmogelijkheid voor gebouwen in eigen gebruik dan in de Vennootschapsbelasting. Waarom? Dat weet niemand. Er is besloten dat per 2024 dit onderscheid komt te vervallen door de bodemwaarde voor alle gebouwen vast te stellen op de WOZ waarde, dit zowel in de VPB als in de IB.
-
Let op! Door de wetswijziging in 2024 worden in de Inkomstenbelasting de afschrijvingsmogelijkheden voor gebouwen in eigen gebruik aanzienlijk beperkt, evenals – indien aan de orde - de toepassing van de herinvesteringsreserve.
Verhuur aan derden
Afschrijving tot maximaal de WOZ-waarde (inclusief grond). Beleggingspanden mogen dus uiterlijk tot aan de WOZ-waarde worden afgeschreven. De WOZ-waarde wordt dan dus de restwaarde. Panden met een lagere waarde hoeven niet opgewaardeerd te worden.
Verhuur aan verbonden personen
Voor verhuur aan verbonden personen of voor panden die in eigen gebruik zijn is de regeling vriendelijker. Afschrijving tot maximaal 50% van de WOZ-waarde. Per 2019 wordt dit ook beperkt tot de WOZ waarde.
Overige afschrijvingen
De afschrijvingstermijn voor (veelal gekochte) goodwill is 10 jaar. De overige bedrijfsmiddelen (vervoermiddelen en inventaris) worden in 5 jaar afgeschreven. Als u kunt aantonen dat dit de economische werkelijkheid niet weergeeft, kunt u wellicht sneller afschrijven.