De Wet slachtbelasting
Kortgeleden is een voorstel gedaan voor een nieuwe belasting: de slachtbelasting. Het wetsvoorstel is momenteel in consultatiefase, wat wil zeggen dat iedere Nederlander die zich daartoe geroepen voelt er iets van mag vinden. Wij gaan in dit artikel nader in op deze belasting, waarvan uiteraard nog onbekend is of deze er überhaupt zal komen.
Wat houdt slachtbelasting in?
De slachtbelasting zal worden geheven bij de veehouderijen. Het moment van heffen is het moment waarop een dier de veehouderij verlaat. Daarbij zullen de bepalingen van de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm) van toepassing zijn en wordt aangesloten bij de administratie die reeds voor de I&R-regeling moet worden bijgehouden. Door aan te sluiten bij het vertrekmoment van het dier, kan eenvoudige controle plaatsvinden. Dit gegeven wordt namelijk door de RVO reeds bijgehouden.
Het tarief is vastgesteld op een vast bedrag per dier. Daarbij wordt onderscheid gemaakt naar het type dier.
Waarom een slachtbelasting?
Uit onderzoek komt naar voren dat de veeteelt in Nederland jaarlijks voor € 6 tot € 6,5 miljard aan milieuschade zorgt. Daarbij is Nederland één van de grootste agrarische exporteurs ter wereld. In de toelichting op het wetsvoorstel wordt aangegeven dat veeteelt in Nederland met name als doel heeft om zo goedkoop mogelijk zoveel mogelijk te produceren. De veedichtheid in Nederland zorgt voor milieurisico’s en gevaren voor de volksgezondheid, aldus de indiener van het wetsvoorstel. Het is daarom nodig om een gedragsverandering op gang te brengen. Het invoeren van de slachtbelasting zal zijn uitwerking hebben op de vleesprijs en zal daarmee vleesconsumptie ontmoedigen, zo is – in een notendop – de verwachting.
Wanneer, van wie en waarover wordt slachtbelasting geheven?
De slachtbelasting betreft een heffing ten laste van de houders van vee. Zij hebben een zogenaamd UBN (uniek bedrijfsnummer). Het gaat dan om houders van runderen, paardachtigen, varkens, schapen, geiten en gevogelte. De belastingplichtige voor deze nieuwe belasting is de houder van het UBN.
Voor iedere verplaatsing van een dier wordt een melding aangemaakt. In de meeste gevallen betreft het de afvoer / export van het dier naar het slachthuis. Deze handeling, ook wel aangeduid als de onttrekking van een dier, is het belastbare feit. Het is voor de belastingheffing niet relevant of het transport enige tussenstops kent of dat het rechtstreeks wordt uitgevoerd.
Uitzonderingen bij slachtbelasting
De slachtbelasting wordt niet geheven als dieren levend worden vervoerd van de ene UBN-houder naar de andere UBN-houder. In deze situatie wordt geheven bij de UBN-houder die het dier ontvangt, maar pas op het moment dat hij het dier weer doet vervoeren. Hiermee wordt dubbele belastingheffing voorkomen.
Een andere, voorziene, mogelijkheid tot belastingontwijking is het slachten van dieren op de eigen locatie. Er is dan immers geen vervoer. Dit is echter voorzien.
Tot slot kan zich nog de situatie voordoen waarin een dier voor transport wordt aangeboden, omdat bijvoorbeeld een bezoek aan de dierenarts gepland staat. Van enige intentie tot slachten is dan geen sprake. De wet bevat ook voor dit transport een uitzondering, zodat het dier uiteindelijk niet meermaals in de heffing wordt betrokken.
Hoogte van slachtbelasting
Het tarief aan slachtbelasting wordt vastgesteld per type dier. In het wetsvoorstel worden de volgende dieren reeds genoemd:
- Rund: € 340,63 per dier;
- Paard: € 455,80 per dier;
- Varken: € 8,68 per dier;
- Gevogelte: € 0,12 per dier;
- Schaap: € 16,32 per dier;
- Geit: € 77,55 per dier.
Een bijzonder onderscheid wordt nog gemaakt bij de kippen. Bij kippen die jonger zijn dan 72 uur geldt een verlaagd tarief van € 0,08 per dier. Dat is het gevolg van het feit dat, bij verhandeling binnen 72 uur, het dier zo jong is, dat deze minder bijdraagt aan milieuschade.
Administratie bij slachtbelasting
De belastingplichtigen voor de slachtbelasting zijn al gehouden een administratie te voeren. De benodigde gegevens ter controle dienen zij ook al bij te houden en te melden bij de RVO. Op basis van het huidige voorstel is de verwachte extra administratieve druk daarom niet zo hoog. De administratie dient uiteraard zeven jaar te worden bewaard.
Voldoening / afdracht op aangifte
De belastingplichtige is gehouden om de belasting op aangifte te voldoen. Dat zal steeds binnen een maand na het einde van het tijdvak moeten gebeuren. Het tijdvak wordt vastgesteld op een kwartaal.
Conclusie inzake slachtbelasting
De slachtbelasting is momenteel onderwerp van consultatie. Of de belasting er komt en of dat in bovenstaande vorm zal zijn, is daarmee nog volkomen onduidelijk. Wij hopen u met dit artikel geïnformeerd te hebben over de mogelijkheid dat deze belasting zal worden ingevoerd. Indien u over belastingheffing vragen heeft, dan kunt u uiteraard contact met ons opnemen.