Belastingplan 2011
Hieronder een korte opstelling van de wijzigingen op fiscaal gebied in 2011. Het belastingplan is akkoord bevonden. Een extra uitleg kunt u hier vinden. Het belastingplan bevat vrijwel geen nieuwe of innoverende regelingen. De percentages worden iets aangepast, constructies worden bestreden en bestaande regelingen worden verlengd.
Ondernemers
Toptarief in de vennootschapsbelasting gaat met 0,5% omlaag.
Winst tot € 200.000 20% (was 20%).
Winst boven € 200.000 25% (was 25,5%).
Verruiming verliesverrekening ondernemingen.
De tijdelijke verruiming in de achterwaartse verliesverrekening wordt verlengd. De mogelijkheid om verliezen drie jaar (in plaats van één jaar) terug te wentelen, gaat ook gelden voor het jaar 2011.
BTW-aangifte per kwartaal.
Ondernemers kunnen ervoor blijven kiezen hun aangifte BTW per kwartaal te doen, in plaats van per maand. Ook dit is een verlenging van een tijdelijke regeling.
Versnelde afschrijving ook in 2011.
De tijdelijke regeling uit 2009 en 2010 om investeringen in bedrijfsmiddelen versneld af te schrijven, wordt verlengd. In 2011 gedane investeringen kunnen dus eveneens in twee jaar worden afgeschreven.
Verruiming WBSO (loonbelasting).
In de loonbelasting wordt een afdrachtvermindering verleend voor werknemers die speur- en ontwikkelingswerkzaamheden verrichten. Tot een S&O-loon van € 220.000 geldt een vermindering van 46%, voor het meerdere geldt een vermindering van 16%.
Uitbreiding toepassing innovatiebox in de vennootschapsbelasting.
Het voordeel in de innovatiebox (tarief 5%) is vanaf 2011 ook van toepassing op voordelen uit de periode tussen aanvraag en verstrekking van het octrooi.
Werkkostenregeling versoepeld.
Kosten van vakliteratuur, inschrijfkosten van beroepsregisters en werkkleding met een groot logo komen niet ten laste van het forfait van de werkkostenregeling, zoals deze vanaf 2011 wordt ingevoerd.
Autobelastingen
De voordelen voor zeer zuinige auto’s, de vrijstelling van BPM en motorrijtuigenbelasting (MRB), alsmede een bijtelling van 14% zijn voor langere tijd gewaarborgd. De vrijstelling van MRB geldt in elk geval tot 2013. Het basispercentage van de BPM gaat verder omlaag en wordt omgebouwd naar een heffing op basis van CO2-uitstoot. De verdere afbouw van BPM in combinatie met een verhoging van de MRB wordt in afwachting van de kilometerheffing opgeschort.
Stimulering woningmarkt
Er geldt voor verbouwingen van een minimaal twee jaar oude woning tussen 1 oktober 2010 en 1 juli 2011 een verlaagd BTW-tarief (van 6%) op de kosten van arbeidsloon.
Indien in het jaar 2011 een woning wordt gekocht en binnen twaalf maanden weer wordt verkocht, is slechts overdrachtsbelasting verschuldigd over de winst. Deze regeling is een verruiming van de reeds bestaande zesmaandstermijn.
De aftrek van eigenwoningrente op een te koop staande woning is mogelijk voor een periode van maximaal drie jaar, volgend op het jaar van verkoop. Nu is deze periode twee jaar. Vanaf 2012 wordt de termijn weer twee jaar.
De tijdelijke regeling waarbij de renteaftrek na een periode van verhuur van de voormalige eigen woning herleeft, wordt verlengd tot en met 2012.
Fraude en ontwijking
Met nieuwe wetgeving wordt voorkomen dat investeerders en ondernemers via gekunstelde constructies de vennootschapsbelasting en overdrachtsbelasting ontlopen. Te denken valt aan de handel in verliesvennootschappen.
De Belastingdienst krijgt meer mogelijkheden om automatisch gegevens over spaartegoeden en andere bankgegevens uit te wisselen met landen buiten de EU. Voor EU-landen wordt de al bestaande wetgeving over automatische uitwisseling van informatie over spaarsaldi uitgebreid met andere bankgegevens zoals effectenbezit en verzekeringsproducten.
In de regeling Hillen (geen eigenwoningforfait wegens lage hypotheekschuld) vervalt het onbedoelde dubbele voordeel dat mensen die hun woning financieren met een personeelslening kunnen hebben.
Koopkracht
De koopkracht wordt, als gevolg van hogere zorgpremies, gecompenseerd door verlaging van het tarief van de eerste schijf in de inkomsten- en loonbelasting.
Tevens worden de arbeidskorting en de ouderenkorting verhoogd.