Wijzigingen overdrachtsbelasting
De overdrachtsbelasting bedraagt wordt in 2023 verhoogd tot 10,4% (2021 en 2022: 8%). Op woningen is het tarief 2%. Voor starters op de woning markt (onder voorwaarden) zelfs 0%.
Vrijstelling starters op de woningmarkt
Voor starters op de woningmarkt wordt door de regering voorgesteld om met ingang van 1 januari 2021 een eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting te introduceren.
Om voor deze vrijstelling in aanmerking te komen, moet de koper/verkrijger voldoen aan een aantal voorwaarden:
- De verkrijger is meerderjarig en jonger dan vijfendertig;
- Het moet gaan om een woning;
- De woning moet als hoofdverblijf gaan dienen, en
- De (nieuwe) vrijstelling is niet eerder gebruikt.
Verlaagde tarief
Andere natuurlijke personen/kopers van een woning – niet zijnde starters – hebben recht op de toepassing van het verlaagde tarief van 2%, mits zij de woning verkrijgen om deze als hoofdverblijf te gaan gebruiken.
Doorstromers op de woningmarkt kunnen derhalve van het verlaagde tarief van 2% gebruik blijven maken.
Verhoogd tarief
Alle overige verkrijgingen worden vanaf 1 januari 2021 belast tegen het hogere algemene tarief. Het algemene tarief wordt met ingang van 1 januari 2021 verder verhoogd naar van 6% naar 8%. In 2023 wordt dit tarief verhoogd tot 10,4%.
Dit betekent dat:
- de verkrijging van niet-woningen, zoals bedrijfspanden, en
- ook verkrijgingen van woningen die niet, of slechts tijdelijk, als hoofdverblijf gaan worden gebruikt,
- worden belast tegen 8%.
Hieronder valt bijvoorbeeld ook de verkrijging van een vakantiewoning, een woning die ouders kopen voor hun (studerende) kind en verkrijgingen van woningen door niet-natuurlijke personen, zoals rechtspersonen, bijvoorbeeld woningcorporaties.
Schematische weergave
Schematisch zien de effecten van het wetsvoorstel er als volgt uit... lees hier