Belastingplan 2006
Tarief Inkomstenbelasting:
1e schijf 34,15% (65+: 16,25%)
2e schijf 41,45% (65+: 23,55%)
3e schijf 42%
4e schijf 52%
Heffingskortingen
De algemene heffingskorting bedraagt € 1.990 (2005: € 1.894).
De arbeidskorting is maximaal € 1.357 (2005: € 1.287).
De aanvullende combinatiekorting wordt verhoogd met € 156.
De combinatiekorting wordt verlaagd met € 85.
De aanvullende ouderenkorting wordt vervangen door een alleenstaande ouderenkorting
van € 562.
De ouderenkorting wordt verlaagd met € 85.
De bestaande kinderkortingen worden samengevoegd in één kinderkorting van
maximaal € 802.
Filmstimuleringsregeling
Voor medegerechtigden in een film-CV komt een verruiming van het
maximaal in aanmerking te nemen fiscaal verlies met een bedrag ter grootte
van 30% van de inleg of - indien lager - 30% van de grondslag van de filminvesteringsaftrek
(FIA).
De filmfondsbijdrage wordt behandeld als kostprijsverlagende subsidie en
komt in mindering op de grondslag van de FIA.
Er komt een gedeeltelijke vrijstelling voor de exploitatieopbrengsten bij
een filmonderneming van maximaal 55% van de grondslag van de FIA.
De filminvesteringsaftrek wordt verhoogd tot 55% van de voortbrengingskosten.
Milieu-investeringsaftrek
De stimulering van vervroegde introductie van schonere vrachtauto's en
bussen (Euro IV/V) via de milieu-investeringsaftrek wordt voortgezet voor
de periode 2006 - 2009.
Geschenken in natura
Voor ontvangen geschenken in natura waarbij de eindheffing (loonbelasting)
is toegepast, geldt een vrijstelling van inkomstenbelasting.
Verruiming en codificatie vrijwilligersregeling
De door een vrijwilliger ontvangen voordelen van maximaal € 1.500 per jaar
en € 150 per maand, behoren niet tot het resultaat uit werkzaamheden.
Zorgtoeslag
Voor de zorgtoeslag geldt een vrijstelling van belasting.
Buitengewone uitgaven
De vermenigvuldigingsfactor in de buitengewone uitgavenregeling wordt verhoogd
van 65% naar 90%. Ook vervalt de maximum drempel van € 6.020 waardoor voor
alle belastingplichtigen dezelfde procentuele drempel geldt.
Buitenlandse belastingplicht
De buitenlandse belastingplicht wordt aangepast aan het arrest
HvJ EG De Groot (C-385/00, BNB 2003/182). De vermindering voor uitgaven
voor inkomensvoorzieningen vervalt. Deze uitgaven zijn alleen nog aftrekbaar
voor buitenlandse belastingplichtigen die hebben geopteerd voor binnenlandse
belastingplicht.
Aanpassing heffings- en invorderingsrente conserverende aanslag
Ter zake van conserverende belastingaanslagen inkomstenbelasting wordt
geen heffingsrente meer berekend, tenzij het te conserveren inkomen is
ontstaan door staking bij overlijden of overheidsingrijpen. De invorderingsrente
wordt voortaan berekend door uit te gaan van 1 september van het jaar waarin
zich een handeling of gedraging voordoet ter zake waarvan de ontvanger
het verleende uitstel van betaling beëindigt. Vanaf dat tijdstip tot aan
het tijdstip van betaling wordt dan invorderingsrente berekend. Het nieuwe
systeem geldt voor alle conserverende aanslagen waarvan zich op 1 januari
2006 nog niet een dergelijke handeling of gedraging heeft voorgedaan.
Het uitstel van betaling bij conserverende aanslagen inkomstenbelasting
van tien jaar eindigt voortaan bij het begin van het tiende kalenderjaar
volgende op het jaar waarop de aanslag betrekking heeft. Aan de belastingschuldige
wordt dus eerder kwijtschelding verleend.
Vennootschapsbelasting
Tarief 2006 t/m € 22.689 25,5% (2005: 27%);
Vanaf € 22.689 29,6% (2005: 31,5%).
Vrijstelling voor woningcorporaties
De vrijstelling voor woningcorporaties wordt beperkt tot hun kernactiviteiten.
Meer commerciële activiteiten vallen voortaan onder de VPB. Het gaat hierbij
om woningbemiddeling, projectontwikkeling en de verhuur en verkoop van
bedrijfsonroerendgoed. Vrijgesteld is wel de verhuur van bedrijfsruimten
(plintruimten) in een gebouw waarvan minimaal 80% bestaat uit sociale huurwoningen.
Dit geldt ook voor gebouwen met een maatschappelijke functie, zoals bijvoorbeeld
een wijkgebouw.
Gemengde kostenaftrek
De huidige regeling die alleen geldt bij aanwezigheid van één of meerdere
aanmerkelijk-belanghouders, wordt vervangen door een regeling die geldt
voor alle VPB-plichtige lichamen die werknemers in dienst hebben. Het forfaitaire
niet in aftrek te brengen bedrag wordt gesteld op € 4.000 of, wanneer dit
meer is, op 0,4% van het belastbare loon. Er kan worden geopteerd om 25%
van de werkelijke kosten niet in aftrek te brengen.
Afwaarderingsverliesregeling
De afwaarderingsverliesregeling van art. 13ca Wet VPB 1969 vervalt. Voor
deelnemingen die vóór 1 januari 2006 zijn afgewaardeerd, wordt het regime
van art. 13ca gecontinueerd. Verdere afwaarderingen zijn niet mogelijk.
Giftenaftrek
Het plafond van de giftenaftrek wordt verhoogd naar 10%.
Codificatie eindheffing geschenken in natura
Er komt een eindheffingsmogelijkheid voor bepaalde verstrekkingen aan anderen
dan de eigen werknemers en waarvoor nog geen inhoudingsplicht bestaat op
grond van een andere bepaling van de Wet LB 1964. Het gaat bijvoorbeeld
om spaarpunten en diensten in de promotionele sfeer en om geschenken die
gelijktijdig aan de eigen werknemers worden verstrekt. Bij de ontvanger
worden deze dan geacht niet tot zijn winst, resultaat uit een werkzaamheid
of loon te behoren.
Verruiming en codificatie vrijwilligersregeling
Het plafond van de vrijwilligersregeling wordt verhoogd tot €
1.500 per jaar en € 150 per maand. Ook wordt de regeling in de wet verankerd.
Vrijwilligers die beneden de genoemde bedragen blijven, worden niet aangemerkt
als werknemer.
Buitenlandse werkgever
Voor de inhoudingsplicht van in het buitenland gevestigde werkgevers
geldt niet langer de voorwaarde dat de dienstbetrekking met de werknemer
in Nederland wordt vervuld. Wel geldt de eis dat het loon is onderworpen
aan de Nederlandse inkomstenbelasting.
"ZuidOost-pas"
Er geldt een vrijstelling voor de verstrekking van een tijdelijk recht
op vervoer, waarbij de financiering vanwege dreigende verkeershinder door
wegwerkzaamheden voor meer dan de helft door de overheid plaatsvindt. De
vrijstelling geldt maximaal 6 maanden.
Pensioenregelingen
Er komt een verruiming van de mogelijkheden om in de periode vóór
de 65-jarige leeftijd pensioenuitkeringen te ontvangen die gelijk zijn
aan hetgeen in de periode na de 65-jarige leeftijd aan AOW en pensioen
wordt ontvangen. Bij de berekening blijft buiten aanmerking tweemaal de
enkelvoudige gehuwden-AOW zonder toeslag, inclusief vakantietoeslag.
Levensloopregeling
Naast banken en verzekeraars kunnen ook beleggingsinstellingen
levensloopregelingen gaan uitvoeren.
Omzetting VUT-uitkeringen
De mogelijkheid wordt verruimd een onder het overgangsrecht vallend
recht op VUT-uitkeringen geheel of gedeeltelijk om te zetten in een hoger
ouderdomspensioen.
Concern
Een concern kan zich tot de inspecteur wenden met het verzoek
hen aan te wijzen als samenhangende groep inhoudingsplichtigen. De in totaal
op aangiften af te dragen loonbelasting mag dan in één bedrag worden voldaan.
Ook kunnen werknemers binnen het concern verplaatst worden zonder de daaraan
verbonden administratie. Zo hoeft de identiteit niet opnieuw te worden
vastgesteld en hoeft geen loonbelastingverklaring te worden ingevuld. Ook
de spaarloonregeling en de bewijsregel voor ingekomen werknemers loopt
door.
Afdrachtvermindering zeevaart
De afdrachtvermindering zeevaart gaat ook gelden voor kwalificerende
bemanningsleden van zeilende Commercial Cruising Vessels. Deze wijziging
treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in werking.
S&O-afdrachtvermindering
Ook werkzaamheden verricht in andere EU-landen tellen mee voor
de S&O-afdrachtvermindering. Ook technisch onderzoek wordt gerekend tot
speur- en ontwikkelingswerk. De twee methoden van berekening van het S&O-loon
worden vereenvoudigd. Zo hoeven onbetaalde overwerkuren niet meer meegeteld
te worden. Ziekte-uren tellen mee voor de uren waarover loon is betaald.
Inkoop eigen aandelen
De faciliteit bij inkoop van eigen aandelen wordt versoepeld.
Voorgesteld wordt dat eerdere emissies geen beletsel zijn voor een fiscaal
gunstige inkoop van eigen aandelen. Voorwaarde is dat aan deze emissies
in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag hebben gelegen.
Vrijstelling voor het verplegen en verzorgen
De vrijstelling voor het verplegen en verzorgen van in een inrichting
opgenomen personen wordt uitgebreid naar winstbeogende zorginstellingen.
Deze bepaling treedt in werking op het moment dat winst beogen krachtens
de Wet Toegelaten Zorginstellingen (WTZi) mogelijk wordt.
Facturering
De mogelijkheid periodieke (verzamel)facturen uit te reiken wordt
ook van toepassing op ongelijksoortige prestaties. Bij elektronisch factureren
vervalt het vereiste van een papieren afstemmingsoverzicht.
Belastingen van rechtsverkeer
Voor de vrijstelling overdrachtsbelasting bij bedrijfsopvolging
wordt de familiekring uitgebreid met broers en zusters.
Inbreng onderneming
De vrijstelling overdrachtsbelasting bij inbreng van een onderneming
wordt verruimd. De eis dat ten minste de totale waarde van het vermogen
moet worden bijgeschreven op de kapitaalrekening, wordt teruggebracht tot
ten minste 90% van die waarde.
Herstructurering achterstandswijken
Er komt een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor de verkrijging van
onroerende zaken van wijkontwikkelingsmaatschappijen door de deelnemers.
(Kabel) netten
Voor de directe en indirecte verkrijging van (kabel) netten gaat een vrijstelling
overdrachtsbelasting gelden. Deze maatregel werkt terug tot en met 6 juni
2003.
De antimisbruikbepaling van artikel 15, vierde lid, Wet BRV wordt uitgebreid.
De vrijstellingen van overdrachtsbelasting zijn evenmin van toepassing
indien omzetbelasting wordt geheven ter zake van het beschikken over een
zaak voor bedrijfsdoeleinden, waarbij de vergoeding niet ten minste gelijk
is aan de waarde in het economische verkeer en die omzetbelasting niet
of niet nagenoeg geheel in aftrek kan worden gebracht.
Kapitaalsbelasting
De kapitaalsbelasting wordt afgeschaft. Wel moet de tot 1 januari 2006
verschuldigd geworden kapitaalsbelasting worden voldaan als de feitelijke
constatering van de verschuldigdheid na 31 december 2005 plaatsvindt. Het
vervreemdingsverbod van vijf jaar dat geldt voor de vrijstelling van kapitaalsbelasting
bij een aandelenfusie, vervalt ook.
Energielabels
De BPM wordt voor een deel afhankelijk gemaakt van het brandstofverbruik
van de auto. Hiervoor wordt het bestaande stelsel van energielabels gebruikt.
Deze maatregelen treden 1 juli 2006 in werking.
Accijnzen
De indexering van de accijns op benzine en diesel en op brandstoffen gebruikt
in het binnenlands luchtverkeer, wordt opgeschort.
Minerale oliën
De accijnsvrijstelling voor minerale oliën die worden gebruikt
voor de opwekking van elektriciteit, wordt verruimd naar installaties met
een vermogen van ten minste 1 MW.
Biobrandstoffen
Stimulering bijmenging van 2% biobrandstoffen bij fossiele brandstoffen
door accijnsverlaging.
Grondwaterbelasting
Er komt een vrijstelling grondwaterbelasting voor beregening en bevloeiïng.
Smeermiddelen
De voorgestelde belasting op smeermiddelen wordt niet ingevoerd.
Europese coöperatieve Vennootschap (SCE)
De Europese coöperatieve Vennootschap (SCE) wordt gelijkgesteld
met een Europese naamloze vennootschap (SE). Via een algemene maatregel
van bestuur kunnen regelingen die specifiek voor coöperaties gelden ook
van toepassing worden verklaard op een SCE. Ook kan de SCE een beroep doen
op de fiscale fusiefaciliteiten. Deze bepalingen treden in werking op 18
augustus 2006.
Internationale bijstandsverlening
De Wet op de internationale bijstandsverlening wordt op een aantal
punten gewijzigd, met onder andere als gevolg dat inkomsten uit beleggingsstructuren
die zijn gevestigd in de EU, de relevante derdelanden en de afhankelijk
geassocieerde gebieden gelijk worden behandeld.
Natuurschoonwet
De Natuurschoonwet 1928 wordt gewijzigd in verband met het vervallen van
de kapitaalsbelasting. Er geldt overgangsrecht.
In de Natuurschoonwet 1928 wordt de gezamenlijke rangschikking van een
klein perceel met een aangrenzend landgoed en van twee kleinere percelen
beperkt tot gevallen waarin er een aantoonbare nauwe historische samenhang
is. De mogelijkheden voor het gebruik van erfpacht als beheersinstrument
worden verruimd.
Accijnszegels
De krediettermijn voor accijnszegels voor sigaretten en rooktabak (banderollenkrediet)
wordt verkort tot het einde van de tweede maand.