Civiel recht is geen fiscaal recht!
Inleiding: parlementaire geschiedenis dat met bestaande aanspraak (en toerekening aan 2013) gedoeld wordt op een aanspraak die op 31 december 2013 voldoende bepaald of bepaalbaar is. Daarvan is hier geen sprake. In 2013 is er slechts de verwachting dat de civiele rechter een (aanvullende) schadevergoeding zou gaan toekennen. Pas in 2014 komt de schadevergoeding vast te staan en kan deze worden gebruikt voor een stamrecht.
Advies AG voor ontslagvergoeding
Een belastingplichtige krijgt een ontslaguitkering in twee termijnen. Door een fiscale wetswijziging en het verschil tussen civiel recht en fiscaal recht, is over het tweede deel veel belasting verschuldigd.
De totstandkoming van de ontslaguitkering
Onze belastingplichtige moet eruit bij zijn werkgever. Hij krijgt een ontslagvergoeding van ruim € 150.000 mee. Het contract wordt ontbonden per 1 juni 2013, maar hij is al niet meer ‘nodig’ vanaf 18 maart 2013. In 2013 was het nog mogelijk om met de ontslagvergoeding een zogenoemd stamrecht aan te kopen bij je eigen B.V. De belastingheffing wordt dan verschoven naar de (verre) toekomst en uitgesmeerd over meer jaren. Fiscaal gunstig dus.
De uitkering van € 150.000 wordt ondergebracht in een B.V. en alles wordt keurig afgestemd met de Belastingdienst. So far so good. Bij die contacten met de Belastingdienst deelt de belastingplichtige al mee dat hij het niet eens is met het ontslag en dat gaat aanvechten (en er dus nog een uitkering kan volgen).
Het ontslag wordt succesvol aangevochten, in die zin dat de kantonrechter een aanvullende ontslagvergoeding toekent van ruim € 300.000. Dat vindt plaats medio 2014. De belastingplichtige wil dat bedrag ook onderbrengen in zijn reeds opgerichte stamrecht-B.V., waar de € 150.000 al in zit.
Dat verzoek wordt afgewezen door de Belastingdienst. Vanaf 2014 is het onderbrengen van een ontslagvergoeding bij een stamrecht-B.V. fiscaal niet meer mogelijk en het overgangsrecht mist toepassing.
De belastingplichtige brengt de zaak voor de Hoge Raad.
Wat zegt de Hoge Raad?
In het civiele recht is zowel de schadevergoeding als de wettelijke rente opeisbaar op het moment dat de arbeidsovereenkomst als gevolg van de opzegging eindigt. In het fiscale recht is de schadevergoeding pas een belastbare bate (en dus onder te brengen in een stamrecht-B.V.) op het moment dat het bedrag komt vast te staan.
De verschuldigdheid van de wettelijke rente brengt in het fiscale recht niet mee dat de uitkering al in 2013 is genoten (en het stamrecht aan dat jaar moet worden toegerekend). De aanvullende ontslagvergoeding is daarmee belast in 2014 (tegen 52%).
Opmerking fiscaal jurist
Een harde en zure uitkomst voor de belastingplichtige. Bij volledige afwikkeling in 2013 was een aanzienlijk bedrag aan belasting bespaard geweest. Er is echter geen speld tussen te krijgen.
Daar waar het civiele recht wel terugwerkende kracht heeft, ontbreekt die in het fiscale. Civiele begrippen en toepassingen komen niet altijd overeen met de fiscale.
Laat u in belastingzaken daarom altijd bijstaan door een fiscaal jurist. Een ‘gewone’ advocaat of jurist - die ook belastingrecht (erbij) doet - is doorgaans niet voldoende.
Jongbloed Fiscaal Juristen heeft ruime ervaring bij de bestrijding van allerlei aanslagen, maar adviseert bij voorkeur vooraf. Neem vrijblijvend contact op.
Jurisprudentie bij ‘Civiel recht is geen fiscaal recht!’
Arrest Hoge Raad ontslagvergoeding