Renteswap, kosten eigen woning?
Op dit moment lopen er een aantal procedures tegen de fiscus die betrekking hebben op de vraag of de kosten van een renteswap aftrekbaar zijn als kosten voor de eigen woning conform artikel 3.120 wet IB 2001. De rechtbanken waren het nog niet met elkaar eens. Het Gerechtshof in Den Haag heeft duidelijkheid gegeven, de renteswapkosten zijn aftrekbaar. Direct na deze uitspraak doet het Gerechshof Amsterdam een andere uitspraak. Edoch beide zaken hadden andere feiten, derhalve is er thans wel enig licht in de tunnel. De AG (adviseur van de Hoge Raad) is van mening dat de kosten wel aftrekbaar zijn. De Hoge Raad is echter in juli 2017 van mening dat de kosten niet aftrekbaar zijn.
De renteswap aftrekbaar ?
In tijden dat de rente nog iets hoger was dan nu en er volgens de kenners een reële kans was dat de rente verder zou stijgen, hebben verschillende banken aan hun klanten een eigenwoninglening verstrekt met een lage variabele rente in combinatie met een renteswap. Door de renteswap werd het risico van een rentestijging geëlimineerd. Het totaal van de te betalen rente en renteswapkosten blijft altijd gelijk, terwijl de componenten fluctueren. Met andere woorden: de combinatie maakt dat er in feite sprake is van een vaste rente.
Door de dalende rente van de afgelopen jaren is de rentecomponent heel laag geworden en moeten er behoorlijke bedragen betaald worden voor de renteswap. De Belastingdienst is van mening dat de renteswap een derivaat is dat als apart product dient te worden behandeld. Zij zijn van mening dat de kosten die betaald worden voor de renteswap geen verband houden met de financiering van de eigen woning. Aftrek als kosten voor de eigen woning wordt om die reden geweigerd. Aangezien deze constructie vooral wordt aangeboden bij woningen uit het duurdere segment, kunt u zich voorstellen dat er grote belangen mee zijn gemoeid.
Wij zijn van mening dat de renteswap en de eigenwoninglening als één geheel moet worden gezien indien de lening en de swap gelijktijdig zijn afgesloten en de swap dezelfde onderliggende waarde heeft als de hoofdsom van de lening. Economisch gezien is er sprake van één samenhangend geheel. Rechtbank Noord Holland is dit met ons eens, zie uitspraak Rechtbank van 30 december 2015. Rechtbank Gelderland komt tot een andere conclusie in haar uitspraak Rechtbank van 24 december 2015. Daar was echter het feitencomplex anders. Uiteindelijk zal de Hoge Raad hierover duidelijkheid moeten verstrekken.
In Hoger Beroep heeft het Gerechtshof in Den Haag d.d. 7 september 2016 geoordeeld dat de kosten voor de swapovereenkomst kwalificeren als aftrekbare rente van de schulden / kosten van een geldlening. De geldleningsovereenkomsten en de swap-overeenkomsten moeten in onderling verband en samenhang worden bezien. Dit is in overeenstemming met de bedoeling van partijen bij de overeenkomsten en de wijze waarop zij daaraan feitelijk uitvoering geven (rechtsoverweging 6.4). De swap werkt feitelijk als een vaste rente en de kosten zijn volledig aftrekbaar.
Het Gerechtshof in Amsterdam d.d. 10 januari 2017 komt tot een andere conclusie. Het Gerechtshof volgt hierbij de Rechtbank Noord Nederland (uitspraak 30 december 2015) niet. In deze uitspraak was er onvoldoende rechtstreeks verband tussen de eigen woning schuld en de renteswap, hierbij speelden dus andere feiten dan bij het Gerechtshof in Den Haag. Ook in een situatie voor het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 28 februari 2017 ontbrak het directe verband en behoorde de schuld tot het ondernemingsvermogen. De rechtbank heeft hierover in eerste instantie gesteld:
- Onder rente van een lening moet worden verstaan de vergoeding die tussen partijen is overeengekomen als vergoeding voor het ter beschikking stellen van een hoofdsom (Hoge Raad 15 juli 1980, nr. 19942, BNB 1980/315). Alhoewel in het derivatencontract wordt gesproken over een “hoofdsom”, is van het ter beschikking stellen daarvan geen sprake. De hoofdsom in dit contract dient slechts als rekengrootheid. Op dezelfde grond kan ook niet van kosten van een geldlening worden gesproken. De uit het derivatencontract voortvloeiende betalingen kunnen daarom op zichzelf niet als rente of kosten van een geldlening worden aangemerkt.”Volgens het Gerechtshof is dit juist !
- Het Gerechtshof stelt vervolgens in 4.6: Met de in artikel 3.119a van de Wet IB 2001 opgenomen beperking van de eigenwoningschuld tot de schulden die zijn aangegaan voor het verwerven, verbeteren of onderhouden van de eigen woning strookt dat tot de kosten van een geldlening in verband met die schulden uitsluitend de kosten worden gerekend die rechtstreeks voortvloeien uit het opnemen, verlengen of aflossen van de voor die doeleinden aangegane geldleningen. Het door belanghebbende betaalde bedrag van € 16.843 behoort daarom niet tot de kosten als bedoeld in evenvermeld artikel.
Kijkje achter de schermen van de fiscus
Op 15 november 2016 heeft het Ministerie op basis van een Wob-verzoek (Wet openbaarheid bestuur), inzicht gegeven in het standpunt van de Belastingdienst. Deze stukken zijn via deze link te vinden. Hieruit blijkt dat de Belastingdienst alle zaken waarbij een renteswap speelt, in combinatie met de eigen woning, via de kennisgroep Onroerende zaken afgehandeld wenst te zien en dat zij bij het standpunt blijven dat de kosten van de renteswap niet aftrekbaar zijn als kosten van de eigen woning.
Uit de verstrekte stukken blijkt ook dat Hof Den Haag inmiddels ook een uitspraak heeft gedaan, waarbij zij met ons van mening is dat er een dusdanige samenhang is tussen de renteswap en de eigenwoninglening, dat er sprake is van een economisch geheel. Het Hof concludeert dat de kosten van de renteswap wel aftrekbaar zijn als eigenwoningkosten. De Hoge Raad heeft nu haar eerste echte beslissing in een dergelijke casus genomen, veel discussies zullen hiermee lastig worden. Niet elke swap is immers onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden afgesloten.
Conclusie renteswap en aftrek
Mocht bij u sprake zijn van een renteswap waarbij een discussie met de fiscus loopt over de aftrekbaarheid van de kosten, dan is het raadzaam om bezwaar te maken. De uitspraak van de Hoge Raad geeft nog wel mogelijkheden maar er ligt nu wel een echte uitdaging. Heeft u advies nodig, dan kunt u altijd vrijblijvend contact opnemen met ons kantoor.
Bron renteswap aftrekbaar of niet
Rechtbank Noord Nederland d.d. 30 december 2015 (ECLI NL RBNHO 2015 11481).
Rechtbank Gelderland d.d. 24 december 2015 (ECLI NL RBGEL 2015 7956).
Gerechtshof Den Haag d.d. 7 september 2016 (ECLI NL GHDHA 2016 4215) publicatie 2 februari 2017.
Gerechtshof Amsterdam d.d. 10 januari 2017 (ECLI NL GHAMS 2017 174).
Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 28 februari 2017 (ECLI NL GHARL 2017 1607)
AG Hoge Raad (7 maart 2017) ECLI:NL:PHR:2017:201
Hoge Raad 14 juli 2017 ECLI:NL:HR:2017:1327