Advocaat-Generaal tikt Staatssecretaris op de vingers: navordering erfbelasting niet onbeperkt mogelijk
Vrijdag de 13e brengt geluk voor belastingplichtigen die zich geconfronteerd zien met een navordering van erfbelasting. Officieel heeft de Advocaat-Generaal (hierna: A-G) zijn conclusie al op 15 december 2016 getrokken, maar aansluiting bij publicatiedatum, vrijdag de 13e januari, is net ietsje leuker.
De conclusie van de A-G ziet kort gezegd op de met ingang van 1 januari 2012 in werking getreden onbeperkte terugwerkende kracht bij navordering van erfbelasting. Met de inwerkingtreding van artikel 66, derde lid, Successiewet heeft de inspecteur de bevoegdheid gekregen om, zelfs nadat de oorspronkelijke navorderingstermijn van 12 jaar is verstreken, bij een erfgenaam achterstallige belastinggelden te innen over ‘vergeten’ buitenlandse vermogensbestanddelen. Voor een heldere uiteenzetting van de problematiek van de onbeperkte navordering verwijs ik naar dit artikel.
In casu ging het over een belastingplichtige die 15 jaar na het overlijden van zijn moeder geconfronteerd wordt met een navordering van erfbelasting. Deze navordering wordt opgelegd omdat moeder ten tijde van haar overlijden in 1998, bankrekeningen had in Zwitserland. Uiteraard zijn deze nooit aangegeven en vervolgens ook door de erfgenaam buiten de aangifte erfbelasting gelaten. In 2014 komt de Belastingdienst achter het bestaan van de bankrekeningen en legt een navorderingsaanslag erfbelasting op.
De erfgenaam stelt in bezwaar en beroep dat de navorderingstermijn reeds was verstreken vóór de inwerkingtreding van artikel 66, derde lid, Successiewet. Nu uit de wetsgeschiedenis en letterlijke tekst van de Wet niet blijkt dat reeds verjaarde gevallen herleven na onderhavige wetswijziging, blijft de ingetreden verjaring in stand. In navolging van het Hof komt ook de A-G tot eenzelfde conclusie. Het is de verwachting dat de Hoge Raad de A-G volgt.
Krijgt u te maken met een navordering van erfbelasting? Wij bekijken graag met u wat uw mogelijkheden zijn.